Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Na 11 januari: samenwerking tussen religies

'Ook atheïsten en agnosten zijn welkom bij ons.'
Door Tiffany Mestdagh op 3 apr 2017
Tekst
Schrijfresidentie Parijs
© Marianne Hommersom

In 2015 ging Tiffany Mestdagh op schrijfresidentie naar Parijs met deBuren. Ze schreef er een reportage over de vereniging Coexister, waar jongeren uit de drie grote montheïstische godsdiensten samenkomen.

Na 11 januari: samenwerking tussen religies

 

La Muette. Degene die niet spreekt. Bij dit metrostation op de groene lijn moet je afstappen om naar de vereniging Coexister te gaan. Een allerminst toepasselijke naam voor een organisatie waar het net wél de bedoeling is om te spreken. Met elkaar. Over elkaar. Over religie. Over samenleven. 'Ook atheïsten en agnosten zijn welkom bij ons.'

 

'Er bestaan maar vier organisaties zoals de onze in de wereld, waar jongeren uit de drie grote monotheïstische godsdiensten samenkomen.'

Coexister, het woord zegt het - en toont het - zelf: de 'c' is vervangen door de halve maan van de islam, de 'x' is de davidsster van de joden geworden en de 't' het kruis van het christendom. 'Er bestaan maar vier organisaties zoals de onze in de wereld, waar jongeren uit de drie grote monotheïstische godsdiensten samenkomen. Om elkaar te leren kennen natuurlijk, maar ook uit solidariteit,' zegt Christophe Cadiou, de verantwoordelijke voor het associatief leven. Hij coördineert projecten in de verschillende lokale groepen van Coexister en zorgt ervoor dat samenleven tussen verschillende godsdiensten mogelijk is binnen de groep. 'Niet iedereen is blij met onze naam en met de symbolen die erin verwerkt zijn. We krijgen wekelijks wel bedreigingen, vooral via Twitter.' 1800 jongeren uit heel Frankrijk, verspreid over 21 lokale groepen, zo groot is de organisatie al geworden sinds haar oprichting in 2009. 'De volgende stap is naar het buitenland trekken. We starten in Brussel en hopen daarna in de rest van Europa te groeien.'

50 landen, 435 projecten
Samuel Grzybowski stond aan de wieg van het project. Samen met Ilan, een joodse vriend, Ismaël, een moslim, Victor, een atheïst en Josselin, een agnost, besloot hij in 2013 om een stap verder te gaan dan Parijs. Ze planden een wereldreis: vijftig landen, zeventig steden en dit in tien maanden. Niet om zoveel mogelijk landen op een kraskaart te schrappen, maar wel om 435 religieus geïnspireerde projecten te bezoeken en om zo enerzijds geëngageerde jongeren van over de hele wereld met elkaar in contact te brengen en anderzijds ideeën uit andere streken terug mee te nemen naar Frankrijk. Zoals de lange nacht van de religie (die lange Nacht der Religionen) in Berlijn waar de jongeren naartoe zijn gegaan. Een nacht lang openen religieuze gebouwen hun deuren en verwelkomen verschillende gemeenschappen nieuwsgierige bezoekers. Dé manier om ervoor te zorgen dat vooroordelen over verschillende religies gedeeltelijk kunnen verdwijnen.

 

Interreligieus en intergenerationeel
In het kantoor van Coexister hangt een grote wereldkaart met daarop enkele glitterende stickers. 'Dit zijn alle landen waar de vijf naartoe zijn gegaan,' legt Christophe uit. Op dit moment is een andere groep onderweg op de zogenaamde 'Interfaith Tour'. 'Dit keer zijn het drie meisjes en een jongen. Anders zou het lijken alsof enkel jongens kunnen getuigen over geloof.' Tijdens hun reis ontmoetten Samuel en zijn vrienden paus Franciscus. Samuel vertelt over deze ontmoeting in zijn boek Tous les chemins mènent à l'autre, geschreven tijdens een retraite in de Taizé-gemeenschap in Frankrijk. Kardinaal Etchegaray bood de vijf twintigers een slaapplaats aan in zijn appartement in het Vaticaan. Hij stelde hen voor aan de paus die het belang onderstreepte van zowel het interreligieus als het intergenerationele discours. 'Het is de kracht van de jeugd en de ervaring van de ouderen die leiden tot de echte wijsheid,' zei de paus. Eens terug mochten ze over hun ervaringen praten met minister van Buitenlandse Zaken Laurent Fabius, die de Interfaith Tour financieel steunde. 'Dit jaar is de toer in Parijs gestart, maar eerst even gestopt in Straatsburg. De Raad van Europa steunt hen namelijk en wilde hen graag zien voor ze vertrokken.'

 

Religie voor gemeenschap
Hoewel Parijzenaars in juli hun stad ontvluchten en plaats ruimen voor toeristen, blijkt Ilan Scialom, de joodse deelnemer van de Interfaith tour, nog in de hoofdstad te vinden. 'Wat mij het meeste is bijgebleven zijn natuurlijk de ontmoetingen. Neem nu in Chicago. Daar houdt een organisatie zich bezig met psychologisch fragiele mensen. De bedoeling is om hen te helpen, hen te verzorgen en meer zelfvertrouwen te geven. Dit maakt voor mij ook deel uit van het interreligieus discours: onze verschillen overwinnen, ze niet ontkennen maar wel overstijgen en dit ten dienste van de anderen en van de gemeenschap.' Dat ze nog een lange weg te gaan hebben en dat hun toer maar een begin van gewaarwording is over hoe samenleven tussen verschillende religies mogelijk is, beseft Ilan ook. De jongens bleven op elke plaats maximaal vijf dagen. 'Wij zijn sprinters, terwijl andere religieus geïnspireerde projecten eerder met een marathon te vergelijken zijn. Ik had veel respect voor het uithoudingsvermogen van de mensen die we hebben gezien.'

 

Kijk naar de ander

'Wanneer je samen iets opbouwt, steek je er energie, tijd en geduld in. Als je het zou vernielen, dan weet je ook wat het je kost.'


Ilan is sinds 2012 lid van de groep. 'Met Coexister proberen we een soort van sentinelle, bewaker, te zijn. Als wij erin slagen om met verschillende religies en levenswijzen samen te leven, dan kan iedereen het. Iedereen droomt van vrede in de wereld. Dat is een mooie gedachte, maar de kans dat wij dat nog kunnen meemaken is klein. Vrede begint in onze buurten, in de traphallen van appartementsgebouwen met acties op kleine schaal. Zo zien jongeren dat ze ambassadeurs kunnen worden van hun buurt. Zij kennen hun straten, kennen hun inwoners en weten heel goed wat zij zelf kunnen doen om mensen te laten samenleven met elkaar.' De organisatie gaat zelfs verder dan dat: 'De focus ligt op de interreligieuze dialoog, maar er is meer. Het gaat bij ons niet alleen om het letterlijke "samen-leven", maar ook om samen dingen doen. Wanneer je samen iets opbouwt, steek je er energie, tijd en geduld in. Als je het zou vernielen, dan weet je ook wat het je kost. Als je eenmaal in iets hebt geïnvesteerd, heb je geen zin meer om het kapot te maken.' Coexister heeft als waarden natuurlijk tolerantie en respect, maar niet alleen dat. 'Het is het vermogen om zich de boodschap van de ander eigen te maken. Je blijft jezelf, maar je begrijpt wat de ander beleeft. Je probeert te begrijpen wat er in zijn hoofd omgaat. Dat zal je nooit honderd procent lukken, want je bent de ander natuurlijk niet. We willen ook niet dat je de ander wordt, maar dat je jezelf blijft. Door jezelf te ontdekken in de uitdrukking van de ander, groei je.' De gedachte van filosoof Emmanuel Levinas, dat je de andere nodig hebt om jezelf te begrijpen, maar dan in een interreligieus jasje gestoken.

Ik heb geen tien maanden om vijftig landen te bezoeken, maar wel twee weken in de Franse hoofdstad. Daarom besloot ik om zelf een kleine interfaith tour te doen. Of zoals Christophe het beschreef: mijn religie-marathon. Drie dagen: donderdag naar de Notre-Dame, vrijdag naar de Grote Moskee in Parijs en zaterdag naar een liberale synagoge.

 

Donderdag: gesprek onder de zon in de achtertuin van de Notre-Dame
Een tafel op wieltjes voor de parvis de Notre-Dame. De rector van de kathedraal beschrijft de jongeren die achter de tafel staan als 'le sourire du parvis.' De glimlach van het plein voor de gevel van het indrukwekkend bouwwerk. Geef toe, in het Frans klinkt het beter. Le sourire, dat zijn de negen jongeren van CASA (Communauté d'Accueil dans les Sites Artistiques). Een maand lang mogen ze op het île Saint Louis verblijven. Gratis. Als tegenprestatie geven ze gidsbeurten aan de toeristen voor en in het religieuze gebouw en fungeren ze als een soort aanspreekpunt. 'Moet ik betalen om de kathedraal binnen te mogen?' of 'waar moet ik staan om de toren op te kunnen?' Die vragen krijgen ze om de minuut, in vier of meer talen. 'Eigenlijk zijn het geen gidsen,' vertelt Neil, de verantwoordelijke voor de jongeren, me terwijl hij de code indrukt om aan de achterzijde van de Notre-Dame, op plastieken stoelen op een grasveld, te zitten. Hij is Iers, maar spreekt Frans als een echte Parisien. 'Het zijn begeleiders. Ze krijgen voor hun verblijf documentatie toegestuurd over de kathedraal en volgen dan een weekend les. Zo slagen ze erin om de stenen te laten praten, want dat is eigenlijk de bedoeling van onze organisatie.'

Begonnen in 1967 in Parijs door priester Alain Ponsar, die inzag dat veel mensen zijn kerk kwamen bezoeken zonder die echt te zien, is de vereniging gegroeid tot een groot netwerk van religieuze gebouwen waar gemotiveerde jongeren voor een week tot een maand gratis gidsbeurten geven. 'Pas in 1980 zaten de eerste internationale afgevaardigden in de Notre-Dame.' In juli zijn het vier Spanjaarden, twee Italianen, twee Amerikanen en twee Fransen. 'Maar in augustus wordt het nog diverser; dan zijn er ook een Russische en een Poolse studente en wat Duitsers. Negen mensen en zeven talen.' Een maand lang leven de jongeren samen: tijdens de week gidsen ze, in het weekend mogen ze Parijs verkennen. 'Ze hoeven niet te geloven, maar moeten het geloof van de bâtisseurs, de bouwvakkers, wel respecteren. Het zijn vooral katholieken, protestanten en orthodoxen die kiezen om een maand in de Notre-Dame te verblijven. Ze vormen samen een gemeenschap, niet zonder hun verschillen maar net dankzij die verschillen.'

 

'Ze vormen samen een gemeenschap, niet zonder hun verschillen maar net dankzij die verschillen.'

Voordat Neil verantwoordelijk werd voor de gemeenschap in de Notre-Dame, was hij in juli 2009 zelf een van de negen jongeren. 'Mijn ogen openden zich toen ik voor het eerst de kathedraal zag. Er vormt zich echt een gemeenschap; ik ben ondertussen al uitgenodigd geweest op het huwelijk van mensen die samen met mij in de Notre-Dame zaten.' Beschikbaarheid, tijd schenken om andere mensen te verwelkomen, dat is hem het meest bijgebleven. 'Iedere dag komen er veertigduizend mensen de kathedraal bezoeken. De jongeren verwelkomen hen natuurlijk niet allemaal, maar die verwelkoming is wat mij het meeste treft.' Paul Claudel zei over de kathedraal: 'het is niet genoeg om die te zien, je moet ze beleven.' Hij kon het weten, want hij, de broer van Camille Claudel, bekeerde zich in de Notre-Dame in 1886, tijdens het Magnificat, een lied dat het moment herdenkt waarop de engel Gabriël Maria de boodschap bracht dat ze uitverkoren was om de Redder van de Wereld ter wereld te brengen. 'Hier leven we op het ritme van de kathedraal', zegt Neil. Of hij denkt dat samenleven tussen verschillende religies kan? 'Coexister doet me denken aan communauté d'accueil. We verwelkomen elkaar en we accepteren elkaar met het geloof dat we hebben. Leren samenleven is moeilijk. Vraag maar aan een monnik hoe het is om samen te leven. Hij zal je vertellen dat je een heel leven nodig hebt om te leren samenleven.' Hoe is het mogelijk dat verschillende religies tot dezelfde God kunnen bidden? Schept dat geen problemen? 'Het gevaar is om te denken dat je God ergens in een vakje kan stoppen. Dat lukt niet, God overtreft dat.'

 

'Het gevaar is om te denken dat je God ergens in een vakje kan stoppen. Dat lukt niet, God overtreft dat.'

Leden van CASA gaan ‘s avonds naar de avondgebeden in de Notre-Dame, waar ook protestanten en orthodoxen naartoe kunnen komen. Ik blijf zelf tot de vêpres - waarin het Magnificat ook gezongen wordt - : het avondgebed. 'Het is voor niet-katholieken een minder grote stap dan de zondagsmis, want die is hier in de Notre-Dame natuurlijk voor de katholieken.' Een vrouw zingt psalmen voor, de gelovigen vullen aan. Daarna staan vier leden van CASA op. 'Ze lezen gebedsintenties voor, ieder in hun moedertaal. Zo horen alle bezoekers van de kathedraal een gebed in hun taal.' Op die manier zorgen de leden van CASA ervoor dat iedereen zich in dit gebouw vol geschiedenis op zijn gemak voelt. Aanpassing.

Vrijdag: met een sjaal gesluierd naar de Grote Moskee
Sjaal op het hoofd, jeans en truitje hoewel het buiten nog steeds bijna dertig graden is. Dat moet ook, want om de Grote Moskee van Parijs binnen te mogen is wat respect voor de godsdienst nodig. En kijk, mijn aangepaste kledij lijkt te werken: ik word als aanspreekpunt gezien door een buitenlandse moslima. 'Waar is de ingang voor de vrouwen?' vraagt Mona mij. Witte sjaal met rode strepen over haar hoofd, uit San José, Californië. Met haar Syrische man voor twee weken naar Parijs gekomen. 'Maar tijdens het vrijdagsgebed wou ik naar hier komen. Ik ben leerkracht in het lager onderwijs en kan in Amerika nooit naar het gebed komen op vrijdag, want dan werk ik. Maar kijk, in onze religie is de intentie heel belangrijk. Het willen.' Ze zit neer op een van de groene tapijten die naar Mekka wijzen. Geen mogelijkheid om de imam te zien in de vrouwenruimte. Enkel zijn stem, in het Frans en in het Arabisch. Vandaag heeft de imam het net over het naar de moskee gaan. Over het op tijd zijn. Over het niet versturen van berichtjes of opnemen van je gsm tijdens de dienst. Dit terwijl er bij de vrouwen een gsm afgaat. Er is nog werk aan de winkel. Dan vertelt de imam over de heilige dag. De vrijdag, toen Adam en Eva werden gemaakt. 'Wij geloven ook in Jezus, maar alleen als een profeet. Weet je, islam is maar een van de vele wegen die naar God leiden,' fluistert Mona. 'Voor mij betekent religie vrijheid. Ik zie de regeltjes zeker niet als iets beklemmends.' Dat mannen en vrouwen apart zitten, is ze niet gewend. 'Omwille van de aantrekkingskracht doen ze dat. Maar kijk, in de Koran staat dat je gewoon moet wegkijken.' Ze doet het voor. 'Het is dus niet enkel de taak van de vrouw om zich te bedekken, maar de man moet ook gewoon beslissen om niet te kijken. Bij ons zitten vrouwen achteraan en mannen vooraan. Opgelost. Het is pas wanneer traditie de overhand neemt op religie, op wat in de Koran staat, dat de problemen ontstaan.'

 

'Het is pas wanneer traditie de overhand neemt op religie, op wat in de Koran staat, dat de problemen ontstaan.'

Dertig minuten later staan we buiten. Een menigte voor ons: mannen die hun vrouwen zoeken, mannen met grote witte zakken die om zakat vragen, een soort aalmoes om projecten mee te financieren. Mona vindt haar man en haar nicht uit Californië terug. 'Weet je,' zegt haar nicht, 'de eerste keer dat ik over deze moskee hoorde was in Amerika. Op de lijst van de door de school recommended books van mijn zonen stond de titel van een prachtig geïllustreerd boek over de moskee. Het vertelde het verhaal van Joodse kinderen die tijdens de Tweede Wereldoorlog verborgen zaten in de moskee. Omdat de Duitsers toen veel respect hadden voor de moslims - ze deden zelfs hun zware botten met strakke veters af voor ze de moskee betraden - doorzochten ze de ruimtes niet uitvoerig. Zo konden moslims Joodse kinderen verstoppen. Sommige moslims adopteerden de Joodse kinderen, zodat ze niet opgepakt werden. Dit verhaal zouden ze beter in de media verspreiden.' Dankzij Mona's man en hun Arabisch kunnen we de moskee bezoeken na het gebed. Sierlijk versierde ruimtes, met kronkelende krullen en steentjes. 'Precies Granada, daar zaten we vorig jaar,' glimlacht Mona. Ze neemt afscheid, nodigt me uit om naar Californië te komen. 'We houden nog contact.' Amerikaanse gastvrijheid.

 

Zaterdag: discussiëren in de liberale synagoge
Shabbat Shalom. 'Op deze dag doen we iets wat we de andere dagen niet doen. Zes dagen lang houden we ons bezig met de wereld te transformeren, om die beter te maken. De zevende gebruiken we dan om onszelf te veranderen.' Aan het woord is Yaera. Normaal verzorgt een vrouwelijke (!) rabbijn de dienst, maar ze is op vakantie, dus staat Yaera vooraan. Opnieuw een vrouw. Liberale joden zijn het. Anders zouden vrouwen niet dezelfde rol als de mannen kunnen krijgen. 'Terwijl nergens in de Thora staat dat vrouwen niet gelijk zouden zijn aan de mannen.' Een witte gebedsdoek met blauwe strepen om haar heen gewikkeld, een goede kennis van het geschreven Hebreeuws en een kippa op haar hoofd. Gezangen zingend uit een omgekeerd te openen boekje.

 

Participatie. Een beter woord kan de dienst niet omschrijven. De aanwezigen discussiëren met elkaar over de Thora.


Participatie. Een beter woord kan de dienst niet omschrijven. De aanwezigen discussiëren met elkaar over de Thora. Zijn het niet eens. Halen verzen aan om aan te tonen dat zij gelijk hebben. Of dat de ander ongelijk heeft. 'God is niet noodzakelijk. In het Hebreeuws staat de combinatie van de letters 'e' en 'l' voor God. Diezelfde combinatie betekent ook "misschien",' vertelt Daniel. Zijn naam betekent 'God oordeelt' in het Hebreeuws. 'God heeft een imperfecte wereld gecreëerd. Het is aan ons mensen om die leefbaarder en perfecter te maken.' Daarom is de mening van iedereen van belang. De Talmoed bevat de eigenlijke tekst, de eigenlijke wetten, maar wordt omgeven door commentaren, door uitleg. 'Natuurlijk is er een meerderheid nodig om iets aan te nemen, maar we vergeten de minderheid niet. Neem nu dit verhaaltje. Enkele rabbijnen en dorpsbewoners debatteerden over de vraag of God bestaat. Er werd uiteindelijk, via een stemming, besloten dat God niet bestond. Dan was het tijd voor het gebed en zei iemand dat hij ging bidden. "Maar waarom zou je bidden als we net besloten hebben dat God niet bestaat?" vroeg iemand uit de menigte. "Dat is niet van belang, we hebben hier genoeg om ons mee bezig te houden."' De Thora wordt uit een kast in de wand gehaald. Twee boekenrollen in een fluwelen jasje. Rondgaan met de rollen zodat iedereen die dat wenst ze kan kussen. Mannen en vrouwen die naar de rol gaan om er een stuk uit te lezen. En daarna: kidoesj. Een slokje druivensap, het breken van brood. Gemeenschap. Een manier van samenleven.

Jezelf zijn
Terug naar de kantoren in la Muette, vol affiches, foto's en zelfs een strip aan de muur die het verhaal van Samuel en zijn vrienden aan jongeren vertelt. Daar ontmoet ik Aminata. Ze is moslima. 'Ik leerde de organisatie kennen via de Interfaith Tour. Een vriendin van me liep hier stage en ze vertelde me dat er een plaatsje vrij was. Zo ben ik hier beginnen werken. Coexister boeit mij omdat de groep aan zijn leden vraagt om gewoon zichzelf te zijn, wat ergens anders niet vaak gebeurt. In het begin is het zelfs een beetje verontrustend. Hier kun je je echt vrij uitdrukken zonder oordelen.' Op kantoor werkte iedereen tijdens het jaar samen. 'Wanneer het voor ons moslims tijd was voor het gebed, gingen we gewoon even naar boven. Ik leerde veel bij over mijn eigen religie, maar ook over het christendom en het jodendom. Ik stelde vast dat ik soms toch wel nog vooroordelen had zonder dat ik er echt bij stil gestaan had, maar door in contact te staan met mijn collega's van andere religies werden die weggeveegd. Religie is niet wat ons afzondert, maar eerder wat ons dichter bij elkaar brengt. Als gelovige maar ook als niet-gelovige hebben we allemaal een geloofsovertuiging, zelfs al is het niet noodzakelijk in God. We praten over hetzelfde. Misschien niet op dezelfde manier of met dezelfde woorden, maar uiteindelijk is het hetzelfde.'

 

'Religie is niet wat ons afzondert, maar eerder wat ons dichter bij elkaar brengt. Als gelovige maar ook als niet-gelovige hebben we allemaal een geloofsovertuiging, zelfs al is het niet noodzakelijk in God.'

'Vorig jaar organiseerden we een rondvraag bij onze leden,' herinnert Christophe zich. 'Toen vroegen we hun hoe ze de organisatie zien over tien jaar, in 2025.' De antwoorden waren heel divers en ergens wel contrasterend. 'Sommige leden zeggen dat onze organisatie zal zorgen voor de invoering van een vak over samenleven op de middelbare school, anderen hopen dat Coexister niet meer zal hoeven bestaan omdat elke religie zonder problemen met de andere zal kunnen samenleven.' Hoop en solidariteit ontbreekt nu al niet. 'De vrijdag na de aanslag op Charlie Hebdo kreeg ik een telefoontje van een van onze joodse vrijwilligers in Lyon. Ze had geen nieuws meer van haar neef die in Parijs woonde. Hij was boodschappen gaan doen voor de sabbat. Ze wist dat ze tijdens de sabbat geen berichtjes meer naar hem zou kunnen sturen, want op zo'n dag mag je niets doen. Vierentwintig uur later belt het meisje me nog eens op. Haar neef was gestorven in de Hyper Cacher in Vincennes. Toen is de lokale groep van Coexister in Lyon direct samengekomen. Zij kon niet in Parijs zijn met haar familie, maar de groep zou haar familie zijn.'

 


foto Tiffany  © Marianne Hommersom

Deze tekst werd geschreven tijdens een residentieproject in Parijs van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in samenwerking met de Stichting Biermans-Lapôtre in de zomer van 2015.

 

 

Meer weten over het residentieproject van deBuren? Klik hier.
Benieuwd wat de medereizigers van Tiffany schreven in Parijs? Klik hier.

Vertel het verder: