Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Een paar keer per jaar stuurt deBuren een stel schrijvers en een fotograaf naar een stad, waar ze twee weken de tijd krijgen om rond te kijken en na te denken. De verhalen en foto's waar ze mee terug komen zetten we op de website van citybooks, die inmiddels zelf ook aardig op een kleine stad begint te lijken. Voor zijn stage bij deBuren schreef Max Urai een reisgids over die stad.
In elke stad die citybooks bezoekt worden ook een paar lokale auteurs gevraagd om iets te schrijven over hun woonplaats. Voor deze tour lezen we vier van die verhalen.
We beginnen in Gent, de stad waar Annelies Verbeke na haar studie is blijven plakken en waar ze haar hele volwassen leven heeft gewoond. Woonplaats is een vrij kabbelend verhaal, zoals de meesten in deze tour, maar wat ik er zo interessant aan vind is dat het eigenlijk een coming of ageverhaal is.
'Vrienden, vooral Brusselse vrienden, ergeren de auteur wanneer zij zich hoogmoedig uitlaten over Gent. Te Vlaams, te braaf, te schoon, te klein, te politiek correct; de auteur vindt het puberaal een stad op basis van vuil en gevaar hoger te waarderen. Er wonen honderd zestig nationaliteiten in Gent en de inwoners stemmen niet Vlaams-nationalistisch. Laatst vroeg een Brusselse of er eigenlijk wel onafhankelijke boekhandels bestonden in Gent. De auteur windt zich nog steeds op over die vraag. Zij heeft zich arm gekocht in Gentse boekhandels. Haar eigen boeken zijn er gedoopt.'
We vervolgen onze tour met Ik woon hier niet van Andrea Stift. Stift woont al twintig jaar in Graz, de tweede stad van Oostenrijk, en neemt zich al twintig jaar voor om te gaan verhuizen. Voor haar verhaal is ze op zoek gegaan naar de plekken in de stad die ze nog nooit bezocht heeft, in de hoop eindelijk eens affectie te krijgen voor haar woonplaats:
'Het kerkhof van Straßgang, het zwembad van Straßgang. Het slot- en sleutelmuseum in de Wienerstraße. De Wiki-Akademie waar ook EHBO-cursussen worden gegeven. Plekken waar ik nog nooit ben geweest. Het mannentoilet in het Literaturhaus, nee, klopt niet, daar ben ik al eens geweest en wie liep ik daar tegen het lijf? Mijn oom! (Een verhaal dat niet zo lang en verwarrend is als het misschien klinkt.)'
© Athos Burez (citybook Hasselt-Genk)
Als derde hebben we vandaag het Knausgård-achtige verhaal De Straat van José Maria Vieira Mendes. Hij vertelt over zijn jeugd in Lissabon, of in ieder geval over de straat waar hij woonde, want verder dan de randen van die straat reiken zijn vroege herinneringen niet. Het is een merkwaardig verhaal: zowel intens persoonlijk als een beetje afstandelijk, alsof hij zijn eigen herinneringen tot geschiedenis maakt.
'Het bouwen is doorgegaan. Wegen verdwijnen en er worden zware viaducten aangelegd. Privéziekenhuizen worden geboren en wegdekken worden geasfalteerd. Bij elk nieuw bouwsel voelde ik me ouder. Als puber voelde ik al het gewicht van de leeftijd. (Alleen daarin was ik vroegrijp.) Want de fysieke uitschakeling van een landschap verandert het in herinnering. En bindt mij zo aan een tijd. Ik ben nu een tijdgenoot van iedereen die de krotten nog gekend heeft. Degenen die die herinnering met zich meeslepen. Degenen die later kwamen weten van niets. Ze zijn jonger. En ik ouder bij elke nieuweling, bij elk nieuw landschap. Als er een gebouw oprijst wordt mijn verleden groter.'
We eindigen vandaag met het vrolijke verhaal Migrant in Turnhout van Walter van den Broeck, die al sinds 1967 in de stad woont. Ondanks al zijn belangrijke literaire prijzen herkent nog steeds niemand hem op straat en hij besluit nu eens zijn stempel op de stad achter te laten:
'Ik kocht een zelfinktende kantoorstempel van het merk COLOP Printer. Met dat apparaatje zou ik in de driehonderdnegenenzestig straten van Turnhout mijn stempel achterlaten. Ik had gedacht daar spoedig klaar mee te zullen zijn, maar dat viel tegen. Een jaar lang heb ik met dat ding op zak gelopen. Het afstempelen bleek immers problematischer dan ik had verwacht. Mijn naam moest duidelijk leesbaar zijn, dus was het in de eerste plaats zaak gladde oppervlakken te vinden. Baksteen of ruwe arduin kwamen niet in aanmerking. Vele bestempelbare oppervlakken bevonden zich dan weer te hoog, zodat een trapladdertje nodig was.'
En daarmee zijn we op het einde van deze tour gekomen. Bedankt voor het lezen, en vergeet de gids niet.
Lees verder
- De achterbuurtentour
- De experimentele tour
- Tips van de buren