Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Op 18 maart 2016 opende Wim Vanseveren, directeur van deBuren, de eigenzinnige fotografietentoonstelling FOAM Talent 2015, nog tot en met 14 april 2016 te zien in de Markten in Brussel. Hij zag fotografen die willen scheppen in plaats van weergeven, interpreteren in plaats van nabootsen.
'Is het de massieve fotovloed, die dagelijkse kermis van vaak banale kiekjes, die de kunstenaars tot onderzoek dwingt? Of heeft het te maken met een tijdsgewricht van verwarring en verlies van vertrouwen? De kunst zoekt, want wij zijn de weg kwijt.' (Wim Vanseveren)
Dames en heren,
In 1978 verrijkte Gilles Jacob het filmfestival van Cannes met een nog altijd heel interessante sectie, die parallel loopt met de Gouden Palm-competitie. De naam is ‘Un Certain Regard', en elk jaar zie je daarin zeer uiteenlopende films die één ding gemeen hebben: ze tonen origineel en vernieuwend, vaak gedurfd werk dat internationale erkenning verdient.
Sinds 2006 -en dit jaar dus voor de 9e keer- organiseert het Amsterdamse FOAM iets soortgelijks voor fotografen. Daar blijkt bepaald behoefte aan, want er meldden zich liefst 1208 kandidaten, uit 67 landen. De selectie gebeurt vanuit een visie; het resultaat is dus geen middle of the road. Men had ook kunnen kiezen voor een soort ‘best of', misschien zelfs met getrapte verkiezingen per land, maar het is onzeker of democratie en kunstselectie een goed huwelijk vormen. Voor je het weet, hang je de Trumps van de fotografie aan de muren; wellicht komt daar zelfs veel volk op af. Deze tentoonstelling toont integendeel de visie van het FOAM op de stand van de fotografie op dit moment, een soort State of the Union, van een virtueel land waarvan de grondwet fotografie is.
En zoals dat gaat met State of the Unions: die spelen zich af in grote steden. Deze tentoonstelling stond al in Parijs en vertrekt over een kleine twee maand naar London. Maar eerst is ze nog 6 weken in Brussel te zien en daar zijn, los van de intrinsieke kwaliteit, goede redenen voor. Ze kadert in het programma Europe by People van het Nederlandse voorzitterschap en geniet dan ook de steun van de Nederlandse Ambassade in België. Ze werd echter ook betoelaagd als onderdeel van het BesteBuren-feestjaar en kreeg nog bijkomende steun van het Vlaams-Nederlands huis deBuren, hier in Brussel. Dat is geen toeval, want support voor Jonge Makers is een belangrijk accent in de werking van deBuren. Zo sloten we deze week de inschrijvingen af voor onze 5e schrijfresidentie in Parijs en uiteindelijk bleken er ruim 200 kandidaten voor de 18 zitjes. Ook hier dus levendige belangstelling van jonge creatieven, die meteen het belang van dit soort fora illustreren.
Het was mijn gewaardeerde voorganger Dorian van der Brempt die er voor geijverd heeft om de tentoonstelling in De Markten te herbergen, met dank voor de gastvrijheid. Het gemeenschapscentrum bevindt zich immers in het levendige, creatieve hart van de hoofdstad, vlak bij de Dansaertstraat die in zijn eentje moet doen waar men in Amsterdam De 9 Straatjes voor heeft.
Wat je binnen de Markten te zien krijgt is zeer uiteenlopend werk, dat zich moeilijk onder één noemer laat vatten. Toch valt één iets op: het gaat bij weinigen nog om le moment décisif: het beslissende moment waarbij een visueel hoogtepunt samenvalt met een dramatisch hoogtepunt. Als er integendeel één woord zich opdringt in die variëteit van werk, dan is het ‘exploratie'. Ik merk het ook in vrijwel alle andere kunsttakken, ook de podiumkunst. Het gaat niet uitsluitend om wat er op scène gebeurt, het gaat ook en soms vooral om het waarom, en hoe je daartoe komt. Hier vertaalt dat onderzoekswerk zich in beelden, maar het zijn vaak geconstrueerde beelden, vergelijkende of samengestelde. Of je krijgt analyses van beelden of analyses tout court.
Cartier-Bresson kon nog streven naar dat beslissende, unieke moment. Maar nu zowat iedereen elk moment een smartphone bij de hand heeft en de selfie geldt als ultieme bestaansbewijs, zijn zelfs de profetische woorden van Andy Warhol aan correctie toe. Het is overigens exact 50 jaar geleden dat de fotograaf Nat Finkelstein een fotosessie maakte met Warhol, voor een tentoonstelling in het Moderna Museet in Stockholm. Een menigte trachtte voortdurend mee in beeld te komen, waarop de fameuze one-liner ontstond: 'In de toekomst zal iedereen wereldberoemd zijn, gedurende 15 minuten'. Warhol noch Finkelstein konden in 1966 weten dat een halve eeuw later iedereen daarvoor zélf kon instaan.
Is het die massieve fotovloed, die dagelijkse kermis van vaak banale kiekjes, vroeger gereserveerd voor vakantiedagen of familiefeestjes, die de kunstenaars tot onderzoek dwingt - als uitweg uit een tijd waarin het dagelijkse beeld ons te recht in de ogen kijkt? Of is het beeld te opdringerig geworden in zijn alomtegenwoordigheid? Of heeft het te maken met een tijdsgewricht van verwarring en verlies van vertrouwen? Gemakshalve jumpen kiezers dan naar extremen, maar de kunst zoekt, want wij zijn de weg kwijt.
Alessandro Calabrese motiveert zijn serie A failed entertainment in elk geval met de uitspraak: 'Elk beeld is een afstootpunt om te verkennen, te onderzoeken en te ontdekken.'
In deze tentoonstelling ontmoeten we dan ook vaak de fotograaf als reiziger, zoeker, onderzoeker. De titels spreken voor zichzelf:
En er zijn ook titels als ‘Current studies' en ‘I studied photography'. Markant in dat laatste werk is de absolute helderheid, in beeld en compositie; er staat zelfs telkens een klok bij met de exacte tijd. En in ‘Current studies' (foto) verklaart Sjoerd Knibbeler dat hij geïnteresseerd is 'in het creëren van een wereld die zijn eigen logica volgt'. Zelden klonk far from the madding crowd zo rationeel.
De publicatie Foam Magazine nr 42, die als catalogus dient bij de tentoonstelling, komt dan ook uitstekend van pas. Het is de verdienste van FOAM dat ze ook het onderzoek en de reflectie inbedden, via een cataloog met korte, duidende essays, één per kunstenaar. Ook de titels van diverse bijdragen impliceren een verhaal van onderzoek: Finding a form for feelings, A world that follows its own logic, Psychological landscapes, From the point of view of images, Clear observations. Zoals Marcel Proust ooit zei: 'De echte ontdekkingstocht bestaat niet uit het zoeken van nieuwe landschappen, maar in het hebben van nieuwe ogen.'
In Firenze lag iets meer dan 500 jaar geleden een groot blok marmer, witte carrara. Het lag er al lang, veertig jaar eerder was beeldhouwer Di Duccio ermee aan de slag gegaan. Collega-beeldhouwers noemden het spottend il rotto (het beschadigde) en toen besloot het stadsbestuur om een wedstrijd uit te schrijven. Er waren veel deelnemers, maar Firenze koos voor iemand die toen weliswaar al een zekere reputatie had maar in Firenze een relatieve Mr. Nobody was, ene Michelangelo Buonarroti, waarvan men vond het hij met zijn 26 jaar een talent van de toekomst was. En dat klopte, want toen al was kunst vaak een combinatie van visie en kunde. Michelangelo kapte zijn David tussen 1501 en 1504 en nog altijd geldt zijn beeldhouwwerk als één van de belangrijke monumentale werken uit de kunstgeschiedenis.
De catalogus van deze expo draagt als ondertitel '21 artists who define the future of contemporary photography'. Net als Michelangelo 500 jaar geleden, in een kunstscene die inmiddels mondiaal geworden is, kan hun visie en hun artistieke talent heel betekenisvol blijken in de volgende decennia. Michelangelo, die als uomo universalis zowel schilder, tekenaar, beeldhouwer, dichter als architect was, signeerde het liefst als ‘scultore' - beeldhouwer. Beeldhouwen was in zijn ogen immers de eerste kunst, want God was een scultore toen hij Adam creëerde, geen pittore.
In die zin zijn vele van deze fotografen meer beeldhouwer dan schilder. Ze scheppen meer dan ze weergeven, ze interpreteren veeleer dan ze nabootsen. En eer ze bij wijze van spreken de beitel aan het marmer zetten, hebben ze hard nagedacht en scheppend exploreren ze nog. Deze tentoonstelling biedt u vandaag al een blik op de toekomst en hoe dan ook stof tot nadenken. Want Albert Camus zei het al: 'Als de wereld begrijpelijk was, zou er geen kunst bestaan'.
Wim Vanseveren
Directeur Vlaams-Nederlands Huis deBuren
Brussel, 18 maart 2016