Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Wat als Nederland en Vlaanderen samen waren gebleven? Bert Kruismans deed in maart de denkoefening en gaf samen met burgemeester Bart Somers in Mechelen de aftrap voor de reeks Een gemiste kans?
Op 21.09 pikken we de draad weer op in Nederland, en we beginnen in Haarlem.
Alle info
Dames en Heren,
als u het toestaat, zou ik deze avond, wat mij betreft, graag willen openen met een perscommuniqué van Rijksvoorlichtingsdienst. 18 juni 2015: ‘Heden heeft de auteur Bert Kruismans op het koninklijk paleis te Brussel de eer gehad het eerste exemplaar van zijn hulde-boek ‘200 jaar Verenigd Koninkrijk der Nederlanden 1815-2015’ te overhandigen aan Z.M. Willem Alexander I en zijn eega koningin Mathilde. Dit vormt het begin van de feestelijkheden in de zuidelijke hoofdstad. Op 17 juni had het koningspaar reeds deelgenomen aan het volksfeest in Den Haag en Amsterdam, en in Delft een bezoek gebracht aan het graf van koning Willem II, overwinnaar van de slag bij Waterloo. Na de ontvangst van het boek, vertrok het koninklijk paar naar het voormalige slagveld om daar aan de voet van de Leeuw van Waterloo het défilé van de Nederlandse strijdkrachten bij te wonen.’ Tot zover het communiqué.
Voor alle duidelijkheid, dit perscommuniqué is fictie. Nu, dat huldeboek van mezelf, dat is straks werkelijkheid, maar de kans is zeer klein dat ik het zal aanbieden aan Willem Alexander en zijn echtgenote koningin Mathilde. Goed, fictie dus, maar was dit scenario, een Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 2015, 200 jaar geleden ook volstrekt ondenkbaar? Ik denk het niet. De dingen lopen nooit zoals ze nu éénmaal moeten lopen. Er zijn steeds verschillende pistes, opties, benutte en gemiste kansen. Jeroen Koch schrijft in zijn biografie van Willem I: “De opstand van 1830 in de Zuidelijke Nederlanden stond niet in de sterren geschreven, wat nationalistische geschiedschrijvers daar later in de negentiende en twintigste eeuw ook over mogen hebben beweerd.” Ik denk dat Jeroen Koch gelijk heeft. Geschiedenis wordt vaak geschreven door overwinnaars die het eindresultaat steeds als onvermijdelijk en logisch voorstellen. Het zijn zij die Tina aanbidden. There is no alternative. ‘Doen alsof een evolutie onontkoombaar is, maakt deel uit van een politieke strategie.’ Dat is dan weer een citaat van de historicus De Wever, Bruno De Wever. In werkelijkheid wordt de uitkomst ook bepaald door stom toeval en door de twijfel en de individuele keuze van enkele belangrijke spelers. Draait de keuze uit in hun voordeel, is er geen probleem. Dan wordt die twijfel snel onder de mat geveegd waar ze historisch stof mag beginnen vergaren.
Laten we er dus maar ’s van uit gaan, dat het ook anders had kunnen lopen. Dat we dit jaar van Delfzijl tot Arlon de 200ste verjaardag vieren van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Zo’n denkoefening kan therapeutisch werken. De verliezers kunnen zich wentelen in de romantiek. Wat als WIJ toch hadden gewonnen, in welkeen prachtige wereld zouden we dan heden ten dage niet vertoeven? Het zijn overpeinzingen die ik meer associeer met ex-Oostfronters of oude kolonialen die in de Bar Tropical van Johan Verminnen, gelegen in de Brusselse Matonge-wijk, hun weemoed naar het goeie ouwe Belgisch-Kongo met goedkope wijn proberen te verdrijven. En het doet mij ook wel denken aan nostalgische aanhangers van een groot Dietsland, die met vochtige ogen staren naar een oude landkaart van dat machtige Verenigd Koninkrijk der Nederlanden -allez vooruit, gooi er Frans-Vlaanderen ook nog maar bij- en zuchtend de bedenking maken: Kijkt eens wat voor ne straffe beer dat wij wel hadden kunnen zijn. Romantiek kan mooi zijn, maar wat mij bij zo’n What If-denkoefening meer interesseert: Door het verleden te veranderen, verander je natuurlijk ook de toekomst. En pas op deze wijze kan je je blik echt scherp stellen op het heden zoals het nu ook werkelijk is. Ik geef toe, het is een gedachtengang die ik gepikt heb van een Amerikaanse filosoof, namelijk Marty Mcfly uit de Spielbergfilms Back to the future.
Dus laat ons de oefening ’s maken. Hoe zouden België en Nederland er nu uitzien, als ze nog steeds één land zouden vormen? En meer specifiek, hoe zou het dan gesteld zijn met de stad Mechelen? Goed, ik neem u mee, dames en heren, back to the future, naar 18 juni 2015. Het is een zonnige dag, dat kan ik u alvast vertellen. Het hele land feest want het Verenigd Koninkrijk viert zijn 200-jarig bestaan.
De eerste jaren na Waterloo wisselde die nationale feestdag nog wel ’s van datum, er was de landing van de latere Willem I in Scheveningen op 30 november 1830, je had de eedaflegging van diezelfde Willem op 21 september 1815 in Brussel, maar zeker sinds de regeerperiode van zijn zoon, Willem II, was er een nationale consensus ontstaan. De historische hereniging van de Lage Landen zag het licht op het slagveld van Waterloo. Daar hadden de Nederlanders uit noord en zuid onder leiding van hun held, de prins van Oranje, Napoleon verslagen. Daar hadden ze respect afgedwongen bij de Europese grootmachten, daar was het land, na de formele scheiding in 1648, eindelijk herboren. 1815 was ook het begin van een vrede die 100 jaar duurde, de oorlogen in Nederlands-Indië nu even niet meegerekend. Er was geen revolutie in 1830, geen burgeroorlog tussen noord en zuid, geen bombardement op Antwerpen en geen Nederland dat negen jaar lang, tot aan het vredesverdrag van 1839 zijn leger op oorlogsvoet hield in Noord-Brabant en daarmee het land tot aan de rand van het faillissement bracht. Ik kan u verzekeren, 100 jaar geen oorlog voeren, dat is zeer interessant voor de staatsfinanciën. En vooral aan het einde van de 19de eeuw gaat het de Lage Landen economisch zeer voor de wind. De Nederlanden tellen dan bijna 14 miljoen inwoners en zijn afgetekend de vierde economie van de wereld. De zware industrie in Wallonië en de grondstoffen van Indië blijken een gouden combinatie te vormen. Vanuit Java stromen suiker, rubber, thee, koffie, kina, tabak, en olie het moederland binnen. Sommigen dromen ook van een grote Nederlandse kolonie in Afrika, rond het stroomgebied van de Congo-rivier. Stel je voor, dan hadden we nu misschien in Mechelen een grote Congolese gemeenschap gehad in plaats van de Molukkers of de Antillianen. Maar we moeten realistisch zijn. De grote mogendheden Frankrijk en Groot-Brittanië zouden ons zo’n kolonie zeker niet gegund hebben. Ons koloniale rijk in de Oost was hen al een doorn in het oog.
Aan het einde van de 19de eeuw ook is Antwerpen de tweede grootste haven van de wereld. Enkel New York doet beter. In 1900 had het Antwerpse stadsbestuur beslist de oppervlakte van de haven van 60 ha uit te breiden tot 150 ha. In 1911 waren er al nieuwe plannen die mikten op 450 ha. Sommige havenbonzen, niet gehinderd door realiteitszin, droomden zelfs van één grote Nederlandse haven tussen Antwerpen en het toen nog bescheiden Rotterdam, met tientallen kilometers kaaimuren langs de Zeeuwse eilanden. Pas na de tweede wereldoorlog zullen deze plannen opnieuw op tafel komen. De grote watersnood van 1953 zorgt voor vertraging. Het volledig afsluiten van de Oosterschelde ligt dan op de tekentafel, maar uiteindelijk kiest de regering voor de economie, de Oosterschelde blijft open en Zeeland wordt via kanalen en sluizen herschapen in één grote binnenhaven. Antwerpen zelf groeit ook uit tot het spoorwegknooppunt van de Nederlanden. Het arsenaal, de grootste werkplaats van onze NS bevindt zich niet toevallig in Berchem. Reeds in 1835 werd de lijn Antwerpen-Brussel aangelegd, enkele jaren later verlengd tot Den Haag en Amsterdam. Deze heuglijke gebeurtenis wordt nog steeds herdacht met een mijlpaal die opgesteld staat voor het Centraal Station van Antwerpen, dat met recht en rede de Middenstatie wordt genoemd. Het belangrijkste station van de grootste stad van het land. 1 miljoen inwoners telt ze nu al, die hoofdstad van Midden-Brabant, tegelijkertijd ook het midden tussen Noord en Zuid, tussen de twee kleinere residentiesteden Den Haag en Brussel, die elk zo’n 500.000 inwoners tellen.
Natuurlijk heeft ons land ook strubbelingen gekend. Ik herinner aan de ellende op het platteland met de mislukte aardappeloogst in 1847. De cholera die de jaren daarna door de steden waarde in noord en zuid. De twee wereldoorlogen. En je had de traditionele breuklijnen in de samenleving die geregeld de kop opstaken. Conflicten tussen katholieken en protestanten met bvb. de aprilbeweging in 1854. We mogen niet vergeten dat Mechelen jarenlang in het noorden bekend stond als dat papenstadje omdat de katholieke aartsbisschop hier nu éénmaal zijn residentie heeft. We hadden ook de strijd tussen confessionelen en vrijzinnigen met als gevolg de hevige schoolstrijd die eigenlijk tot aan de invoering van het schoolpact in 1958 een eeuw lang heeft gewoed. Er waren de sociale kwesties met stakingen, oproer en in 1918 de halfslachtige poging tot socialistische revolutie die de geschiedenis inging als ‘de vergissing van Troelstra’. Je had de Waalse beweging die jarenlang ijverde voor de erkenning van haar eigen cultuur, voor de volledige verfransing van de rijksuniversiteit van Luik en voor het behoud van een ééntalig Frans Wallonië en een tweetalig Vlaanderen. Enkel de doorgedreven federalisering van ons land na de tweede wereldoorlog kon uiteindelijk de lont uit dit linguïstische kruidvat halen.
U weet dat dit land nu 9 Nederlandstalige, drie Franstalige en vijf tweetalige provincies kent, elk met zijn eigen provinciale regering met verregaande bevoegdheden. 80% van onze bevolking is Nederlandstalig maar het Frans is in de Vlaamse provincies inderdaad niet verdwenen. De talrijke Franse scholen in Mechelen die ééntalig of tweetalig onderwijs leveren, zijn daarvan het duidelijke bewijs. Ondermeer door die excellente talenkennis en natuurlijk de nabijheid van de Antwerpse haven, is Midden-Brabant samen met Zuid-Brabant dan ook uitgegroeid tot het economische hart van ons land. Maar we stellen vast dat de ééntalige gebieden van ons land het begrepen hebben en dat de kennis van de tweede landstaal in pakweg Luik of Leeuwarden er nu ook wel op vooruit gaat. Daarmee volgen zij het voorbeeld van de Oranjes. Vooral sinds Willem II doen die hard hun best om het staatshoofd van alle Belgen te zijn. De kennis van het Nederlands en het Frans is voor elke vorst een vereiste. Onze Franstalige landgenoten en media zijn daar ook zeer gevoelig voor.
Behalve voor de talenkwestie was deze federalisering zeker ook nodig wegens de belangrijkste breuklijn in ons land. We kunnen het niet ontkennen, de verschillen tussen noord en zuid, tussen, om het maar ’s oneerbiedig uit te drukken, die Hollandse kaaskoppen en die Belgische papen. De eeuwenlange scheiding sinds de val van Antwerpen in 1585 had zijn sporen achtergelaten. Communautaire spanningen waren dan ook niet te vermijden en werden compromis na compromis ontmijnd. De voorzitter van de nationale regering komt het ene jaar uit het zuiden, het volgende jaar uit het noorden. In het Nederlands zijn de inwoners van dit land Nederlanders, in het Frans heten wij allen nog steeds les Belges, net zoals in de tijd van Willem I. De zittingen van het parlement vinden traditiegetrouw het ene jaar plaats in Den Haag, het andere jaar in Brussel. Begin 20ste eeuw waren er nog wel stemmen opgegaan om aan dit geldverslindende reizende circus een einde te maken. Een parlement dat in twee steden zetelde, dat was toch niet meer van deze eeuw! Dit was weer typisch Nederlandse wafelijzerpolitiek van de ergste soort!
Weet u, een enthousiaste, romantische burgemeester heeft ooit voorgesteld om van Mechelen de permanente zetel van de politieke instellingen te maken. Tenslotte had Karel de Stoute hier in 1473 al zijn Grote Raad der Nederlanden geïnstalleerd. Het standbeeld van de Bourgondische hertog op het plein voor de kathedraal herinnert er nog steeds aan. Ja, in 1848 was er een burgemeester van Mechelen die dat standbeeld wou vervangen door eentje van Margaretha Van Oostenrijk. Dat was de tante van Keizer Karel, die vanuit Mechelen jarenlang de Nederlanden als landvoogdes bestuurde. Maar die monumentenwissel stuitte meteen op heel wat protest. Een standbeeld voor de tante van de gehate Karel V, de man die samen met zijn nog meer verfoeide zoon Filips II de schuldige was voor de splitsing van het vaderland in de 16de eeuw. Het idee alleen al! En ook dat idee van Mechelen als hoofdstad werd snel afgevoerd. Het bleef Den Haag en Brussel.
Compromis, ik denk dat dat de reden is waarom het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden nu, na 200 jaar, nog steeds op de kaart staat. In heel Europa staan we bekend omwille van ons poldermodel. De Lage Landen konden en kunnen enkel maar functioneren dankzij bruggenbouwers, letterlijk en figuurlijk. De leuze van de oude Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden is eigenlijk nog altijd van kracht, eendracht maakt macht. Ik dank u.
Bert Kruismans
5 maart 2015, Mechelen
Op 18.10 was Bert Kruismans ook te gast in de studio van Bar du Matin (Radio 1). Meer info vindt u hier. Herbeluister hier de uitzending.
Wat als Nederland en België samen waren gebleven?
Met deze grootschalige historische oefening trekt deBuren naar verschillende steden in Vlaanderen en Nederland. Telkens laten we een schrijver en de burgemeester aan het woord. Zij gaan in gesprek met Marc Reynebeau. Singer-songwriter Lucky Fonz III geeft een
miniconcert waarvan het Nederbelgisch Feestlied het orgelpunt vormt.
21.09 | Haarlem | Met: Luc Devoldere & Bernt Schneiders |
30.09 | Tilburg | Met: Jeroen van Zanten & Peter Noordanus & Wim van de Donk |
20.10 | Gent | Met: Philip Freriks & Daniël Termont |
06.11 | Den Haag | Met: Bas Heijne & Jozias van Aartsen |
24.11 | Rotterdam | Met: Sarah Moeremans & Ahmed Aboutaleb |
Organisatie: deBuren, de stad Mechelen en de verschillende gaststeden in het kader van het feestjaar BesteBuren
Een gemiste kans? werd eerder al georganiseerd in Mechelen, Leuven en Diest.