Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Met deze (gesproken) column opende de Nederlandse cabaretier Micha Wertheim op 22 mei 2014 de door deBuren en debathuis Arminius georganiseerde Europese Verkiezingsavond in Rotterdam.
Dames en heren,
Mij is gevraagd hier een column aan u voor te dragen over Europa. Nou ben ik eigenlijk tegen Europa, zoals ik ook tegen Nederland ben, en tegen Utrecht. Ik ben trouwens ook tegen de wijk waarin ik woon en tegen mijn straat in die wijk. En als ik mij ergens boos over kan maken, dan is het wel over het huis waarin ik woon. Om nog maar te zwijgen over mijn eigen lichaam. Ja het allermeest ben ik nog wel tegen mijn eigen lichaam. Mijn belangrijkste bezwaar tegen mijn lichaam is dat ik er nooit om gevraagd heb. Het zit om mij heen en waar ik ook heen ga; ik kom er niet vanaf. Mijn lichaam kost mij heel veel moeite en energie en levert mij bijna nooit iets op.
Toen ik opstond vanochtend wilde mijn lichaam eigenlijk niet. Als het aan mijn lichaam had gelegen was ik lekker blijven liggen. Maar ik realiseerde me dat ik vandaag een column over Europa moest schrijven en voorlezen. Dus dwong ik mijn lichaam om op te staan. Als repercussie besloot mijn lichaam dat het eerst een bezoek aan het toilet wilde brengen.
Ik wil u hier niet met de details vervelen, maar geloof mij: het was een ronduit smerige bedoening waar ik mij behoorlijk voor schaam. Vervolgens moest ik mijn hele lichaam wassen. Toen het lichaam schoon was, had het lichaam honger. En dat terwijl ik mijn lichaam gisteravond behoorlijk veel eten had gegeven. Na het eten had mijn lichaam alleen maar op de bank gehangen en wat geslapen. Toch wilde mijn lichaam weer eten. Ik had er natuurlijk voor kunnen kiezen om er niet op in te gaan, maar dat zou hebben betekend dat mijn lichaam de hele dag om eten was blijven zeuren. Ik kon dus niet anders dan op het verzoek om eten ingaan en besloot een paar boterhammen te smeren. Die boterhammen maakten mijn mond zo vies dat ik vervolgens mijn tanden moest poetsen. In de spiegel zag ik ook nog eens dat mijn baard alle kanten op begon te groeien, dus ook die behoefde aandacht.
Vervolgens wilde ik wat op internet surfen om mij voor te bereiden op deze column. Ik sloot mijn ogen en probeerde een Wifi-signaal op te vangen. Maar dat lukte mijn lichaam niet. Het internet bestaat nu toch al ruim twintig jaar, maar mijn lichaam heeft in al die tijd nooit de moeite genomen zich te updaten. Sterker nog: hoe ouder ik word, hoe meer ik de indruk heb dat mijn lichaam alleen maar in de weg zit en een last vormt. Toen heb ik mijn laptop opengeklapt, en die vond de Wifi meteen. In tegenstelling tot met mijn lichaam, mijn huis, mijn straat, mijn stad, mijn land en Europa ben ik heel gelukkig met mijn laptop. Die doet precies wat ik wil en is door mij persoonlijk uitgezocht.
Maar goed, men heeft mij gevraagd een column over Europa te schrijven en niet over mijn lichaam. Mijn lichaam is, in tegenstelling tot Europa, natuurlijk ook helemaal geen sexy onderwerp.
Europa dus. Ik heb mijn lichaam er speciaal voor in de auto gehesen om hier vandaag te praten. Ik moet u wel waarschuwen: ik heb eigenlijk niet echt een goede mening over Europa. Ik heb wel meningen: ik ben ertegen maar ik ben er ook voor, ik ben voor meer democratie, ik ben voor minder betutteling en ik ben tegen oorlog maar voor vrede. Kortom: allemaal meningen die u zelf ook kunt verzinnen. Wel kan ik u nu alvast vertellen dat ik vandaag niet ga stemmen. Ik zal straks uitleggen waarom.
Wat ik meestal doe als ik geen goede mening heb: dan zoek ik een metafoor om mij achter te verschuilen. Maar het was nog niet zo gemakkelijk om een goede metafoor te bedenken. Dat komt natuurlijk omdat Europa net als ons lichaam een vrij abstract begrip is. We zitten er middenin en toch merken we er weinig van. Probeer dat maar eens inzichtelijk te maken. Ik kon dus geen metafoor verzinnen.
Gelukkig was daar Thierry Baudet, die deze week in de krant opmerkte dat hij niet ging stemmen, want volgens Thierry is Europa een bezettingsmacht. Toen ik dat las maakte mijn hart een sprongetje. Wat een treffende metafoor! Ik kan hem daar alleen maar gelijk in geven: Europa is een bezettingsmacht. Als de junta in Brussel er weet van zou hebben dat wij hier met zijn allen in deze Rotterdamse schuilkerk bijeen zijn gekomen om vragen te stellen bij hun dictatoriale bewind, dan zouden ze onmiddellijk een bizarre regel uitvaardigen waar we ons onmogelijk aan konden houden, zodat deze clandestiene bijeenkomst om zeep zou worden geholpen
Toen ik op weg naar deze bijeenkomst staande werd gehouden bij een van de vele roadblocks die er sinds de Europese bezetting zijn opgeworpen, en toen de mannen met hun blauw-met-gele-sterretjes versierde bivakmutsen mijn auto doorzochten was ik blij dat ik het adres van de Arminiuskerk snel had kunnen opeten en doorslikken. Anders stond ook ik nu niet hier, maar voor een Europees vuurpeloton.
Voor diegenen onder u die nog nooit een Europees vuurpeloton in actie hebben gezien: dat zijn 751 soldaten uit 28 lidstaten die op aangeven van een niet rechtstreeks verkozen officier tegelijkertijd met ongeladen geweren op je schieten. Het is doodeng, maar uiteindelijk merk je er niets van. Toch moeten we er rekening mee houden dat minstens de helft van het publiek in deze stampend uitverkochte zaal bestaat uit geheim agenten van de Europese bezettingsmacht. Als u er zelf geen bent, kunt u er gerust vanuit gaan dat de persoon naast u voor de Europese veiligheidsdienst werkt. In dat geval is de aanval de beste verdediging en stel ik voor dat u nu uw buurman vol op zijn of haar bek slaat.
Als de geschiedenis ons één ding geleerd heeft, dan is het wel dat je tijdens een bezetting niet paranoïde genoeg kunt zijn. Daarom ga ik er vanuit dat Thierry Baudet zelf een marionet is van het dictatoriale Europese schrikbewind. Als hij echt een dissidente intellectueel was geweest zou hij wel de moed hebben gehad om het Europese project bij de naam te noemen. Niks bezettingsmacht: Europa is het equivalent van een nucleaire Holocaust. Wie dat niet wil zien is verblind door het flitslicht van de nucleaire ontploffing. Want dat is wat waar we het vandaag over zouden moeten hebben. De Nucleaire Holocaust die Europa heet.
Maar nee: meneer de zogenaamde euroscepticus noemt Europa een ‘bezettingsmacht'. Ja Thierry Baudet, doe maar alsof het allemaal wel meevalt! Iedereen die goed naar je naam luistert snapt dat je een verrader bent. Thierry Baudet. Dat is een Franse naam. En waar spreken ze Frans? Precies: in Brussel. Het bewijst maar weer eens hoe incompetent de Brusselse junta is. Meneer Van Rompuy, als u nog eens een marionet naar Nederland stuurt om het nationale debat te nuanceren, neem dan de moeite om zijn naam in Pietje de Vries te veranderen. Thierry Baudet, daar trapt niemand in.
Veel meer vertrouwen heb ik in iemand die luistert naar de oer-Nederlandse naam Paul Witteman. Die verklaarde deze week in de VARAgids dat hij niet ging stemmen. Op zich is dat geen heel interessant nieuws. Er wonen 500 miljoen mensen in Europa. Dat er een iemand niet gaat stemmen zat er dik in. Het zal niet heel veel uitmaken. Voor diegenen die Paul Witteman niet kennen, dat is het mannetje dat de afgelopen jaren samen met Jeroen Pauw het gat heeft gegraven waar Umberto Tan in is gesprongen.
Maar Witteman ging verder, hij vertelde ook waarom hij niet ging stemmen. Hij schreef in de VARAgids dat Europa niets anders is dan een banenmachine voor tweederangs politici. Wat precies eersterangs politici zijn legt hij nergens uit, maar ik vermoed dat het de politici zijn die het vaakst bij hem aan tafel hebben mogen aanschuiven. Politici die een makkelijk verhaal hebben waarbij de kijker niet wegzapt. Want Paul Witteman is zelf een eersterangs televisiemaker en net als eersterangs politici snappen die heel goed dat je met nuance nooit zal scoren.
Maar wat Witteman dus vooral stoorde is dat die tweederangs politici ook nog een baan krijgen in Brussel. Liever zou hij willen dat Europa geleid werd door vrijwilligers. En daar ben ik het mee eens. Zo moeilijk kan het niet zijn. Waarom kunnen die Europarlementariërs niet gewoon hun eigen broek omhoog houden door overdag als barista in een Brussels café te werken? Kunnen ze ‘s avonds Europatje spelen. Want ze krijgen er toch niets gedaan, of ze hebben toch al teveel macht. Dat weet ik nooit. Maar dat ze niet deugen, dat moge duidelijk zijn.
Al die salarissen van Europarlementariërs kosten ons ook heel veel belastinggeld en we moeten ook nog geld over houden om de eersterangs VARA coryfeeën te betalen. Of is dat een populistische vergelijking?
Het probleem is dat mensen zoals Paul Witteman het slecht kunnen hebben dat hun stem zo weinig invloed heeft in Europa. In het geval van Witteman snap ik dat wel. Hij heeft altijd grote invloed gehad op de politiek in Nederland door te beslissen wie er wel en wie er niet bij hem aan tafel mag zitten. Dan is het even slikken als de gemiddelde buschauffeur in Portugal nooit van je gehoord heeft en geen boodschap aan je mening heeft. Maar dat geldt natuurlijk al veel langer voor de rest van ons. Wat dat betreft heeft Paul Witteman die column ook een beetje voor niets geschreven.
Zoals ik deze column voor niets heb geschreven. Dat wil zeggen: u bent hier vandaag met 500 man. Dat is best veel. Maar vermenigvuldig iedere stoel hier met een miljoen en dan heb je de bevolking van Europa.
Wat ik ook zeg, het heeft dus geen zin.
Persoonlijk vind ik dat wel een opluchting moet ik zeggen. Er zullen straks hier een paar mensen heel erg dingen vinden, maar ik kan u nu al verklappen: het zal geen zin hebben. Geen invloed. Niets. Daarvoor is Europa te groot. Net als de volgens hem machteloze Europarlementariërs heeft Paul Witteman geen enkele macht. Beter zou hij gewoon kunnen schrijven over dat waar hij verstand van heeft: klassieke muziek.
En dat brengt mij bij metafoor voor Europa die ik u voor wil leggen. Probeer Europa als een orkest te zien. Vandaag gaat iedereen stemmen. Bij het stemmen mag iedereen in het orkest door elkaar heen strijken, blazen en slaan. Het is een ritueel dat onvermijdelijk is om later in harmonie verder te kunnen spelen. Sommige mensen blazen heel hard, anderen tokkelen wat.
Maar pas na het stemmen begint het orkest te spelen. Sommige mensen zullen zeggen dat de dirigent bepaalt hoe het gaat. Anderen zullen zeggen dat het de componist is wiens werk de doorslag geeft. Maar als je het de leden van het orkest vraagt zullen ze zeggen: het was het orkest. Ieder orkest klinkt namelijk anders, wie er ook voor staat. Vraag het een kenner en hij hoort meteen het verschil tussen het Concertgebouw en de Wiener Philharmoniker. En niemand weet eigenlijk waar dat hem in zit.
Daar kan je heel boos over worden, maar je kan er ook met verwondering naar kijken en blij zijn dat er muziek gemaakt wordt. Je kan je opwinden dat een trompet meer geluid produceert dan alle strijkers bij elkaar. Maar je kan ook blij zijn dat er niet alleen violen klinken. Waarom ik dan toch niet ga stemmen vandaag? Omdat ik het vanmorgen al gedaan heb. Waarom ik ben gaan stemmen? Mijn lichaam had zin in een wandelingetje.
Foto Micha Wertheim © Merlijn Doomernik