Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Even geduld a.u.b.

De Vlaamse theatermakers Saar Fivez en Marianne Cap verlieten huis en haard om in Venezuela aan een theaterproject te werken, samen met jongeren met een sociaal risicovolle achtergrond.
Door Saar Fivez en Marianne Cap op 9 mei 2016
Tekst
Politiek & samenleving
© Marianne Cap & Saar Fivez

De Vlaamse Saar Fivez en Marianne Cap (samen het theatergezelschap Moeder Eik) verlieten huis en haard om gedurende drie maanden in Venezuela aan een nieuw theaterproject te werken, samen met een groep jongeren met een sociaal risicovolle achtergrond. Hun artistieke project werd verstoord door de huidige onrusten in het land. deBuren zet hen de komende weken graag in als verslaggevers ter plaatse: 'Op dit moment gaan de protesten onverminderd door. Elke dag horen we over gewapende motorrijders die angst en chaos zaaien, de tanks van de Guardia Nacional en nieuwe manifestaties.'

22 januari; een dag waar we lang naar hebben uitgekeken, de eindelijke start van een nieuw hoofdstuk. We gooien het roer met volle goesting om en vertrekken naar Venezuela!

 

Tijdens onze prospectiereis in juli 2013 werd het kleine sociaal-artistiek project dat we op poten wilden zetten een stuk groter. Het kabinet van cultuur in Mérida, de Compañía Nacional del Teatro, de Universiteit van Los Andes en Gustavo Ott; allemaal stapten ze enthousiast mee in ons verhaal. Een prachtig project lonkte, wij waren er helemaal klaar voor.

 

Na maanden van voorbereiden, een feestelijk afscheid en een onverwacht uitwuifcomité op de luchthaven vertrokken we richting ons nieuwe avontuur.


Aankomen in Caracas voelde meteen vertrouwd aan; de warmte – zowel letterlijke als figuurlijke, van de paters die ons opvingen –, de vele moto’s die overal tussen zigzaggen, de gekleurde huizen die zelfs de armzaligste wijken iets vrolijks geven, het voortdurende nafluiten (zelfs met een net-uit-bed-look) en de vanzelfsprekendheid waarmee je iedereens amor bent.

 

We zijn er meteen ingevlogen. De komende drie maanden zullen we repeteren met de jongens van het Don Bosco-instituut in de stad Mérida. Deze jongens – de meerderheid kennen we al van afgelopen juli – zijn hier geplaatst wegens hun ‘sociaal risicovolle’ achtergrond. De verhalen zijn hard: papa werd vermoord voor drugshandel, geweld in huis, prostituerende mama’s en tantes … Wij willen deze jongens een stem geven, én vertrouwen in zichzelf.


Samen met hen werken we aan de theatervoorstelling Don Quijote de la cancha, naar het wereldberoemde verhaal Don Quijote de la Mancha, dat we vertalen naar hun leven en naar de Venezolaanse realiteit.

 

Dat laatste is de voorbije zes maanden sterk veranderd, voornamelijk in negatieve zin. De bolivar is op één jaar tijd toe aan de derde devaluatie. Waar we in juli voor één euro 36 bolivares kregen op de zwarte markt, is dat nu opgelopen tot 117.


Ook wij ondervinden de schaarste van heel wat basisproducten aan den lijve. Bloem, melk, olie en toiletpapier zijn luxeproducten geworden die we bijna nergens vinden. We improviseren dan maar met servetten, amandelmelk … in een rij staan waarbij vijf uur wachten niet overdreven is, daar zijn we duidelijk nog niet klaar voor!


Hoewel deze situatie al enkele jaren aan de gang is, lijkt de maat nu vol te zijn. Op 6 februari zagen we in Mérida voor de eerste keer afgezette straten en protesterende studenten. We hoorden geruchten dat het zou gaan om ‘een vermoorde student’, iets wat een paar dagen later weer werd tegengesproken. Een voorbeeld van hoe de waarheid hier soms moeilijk te achterhalen is…

© Marianne Cap en Saar Fivez

Ondertussen begrijpen we veel beter wat er aan de hand is. Afgelopen 4 februari werd een studente bijna verkracht in de staat Táchira. Naar aanleiding hiervan betoogden heel wat studenten tegen de toegenomen onveiligheid in het land. Een aantal van hen werd opgepakt en zonder proces naar een gevangenis in een andere staat gebracht.


Dit leidde tot een golf van reacties in het hele land en mondde uit in hevige protesten waarbij nu ook de slecht draaiende economie, de schaarste en de incompetente overheid worden aangeklaagd. Op 12 februari, de dag van de jeugd, gingen honderdduizenden mensen – jong, oud, rijk, arm, blank, zwart en mokka – de straat op. Deze vredige marchas eindigden gewelddadig; minstens drie mensen lieten het leven.

 

Wat ons het meest frappeert, is de censuur sinds die dag. Het alternatieve NTN24 laat een ‘ander’ verhaal zien dan de overheid, maar is inmiddels van de kabel gehaald. De regering stuurde verschillende journalisten de laan uit; berichtgeving over de protesten wordt gezien als een aanzet tot geweld en is dus verboden. Gelukkig zijn er nog de sociale media zoals facebook en twitter waar we alles op de voet kunnen volgen.

 

We praten met ongelooflijk veel mensen om een helder beeld van de situatie te krijgen: taxichauffeurs, obers, leerkrachten, studenten … allen moeten ze eraan geloven en allemaal geven ze even vurig uitleg. Het is bijzonder hoe die verhalen soms lijnrecht tegenover elkaar staan. Zijn het nu de op winst beluste bedrijven die de productie tegenhouden of is het de regering, die zoveel schulden heeft opgebouwd dat er niet meer geproduceerd kan worden? We vinden het gevaarlijk om ons uit te spreken over de waarheid. Waar we in juli nog dachten dat er geen politieke middenweg bestond (je bent chavista of van de oppositie) horen we nu meer en meer mensen die graag een dialoog zouden zien, die beseffen dat er in de eerste plaats naar elkaar geluisterd moet worden. Helaas ontbreekt het deze middenweg aan een leider en lijkt de impasse groter dan ooit.


Op dit moment gaan de protesten onverminderd door. Elke dag horen we over de tupamaros – een bende door de overheid gefinancierde en gewapende motorrijders die angst en chaos zaaien –, de tanks van de Guardia Nacional en nieuwe manifestaties. De toegangswegen naar Mérida liggen er erbarmelijk bij, afgesloten door afval, brandende banden, golfplaten en keien.

© Marianne Cap en Saar Fivez

Deze hele situatie heeft natuurlijk ook op ons project heel wat invloed.
De eerste twee weken konden we nochtans goed doorwerken met de jongens. We wisten dat ze concentratieproblemen hebben, maar dat het zo moeilijk was, waren we weer even vergeten … Toch mogen we niet klagen over hun enthousiasme, integendeel! Tijdens de tweede repetitie, die we hadden aangekondigd als de ‘selectieworkshop’, toonden ze alle zestien hoe graag ze aan dit project willen meedoen. Ons vooropgestelde deelnemersaantal van acht verdubbelde zich, wat een succes! We hebben ondertussen ook een enthousiast ploegje theaterstudenten rond ons verzameld. Zij staan mee in voor kostuums, tourneeplanning, productie, inhoud en communicatie. Wat een verlichting!


3 mei is D-Day, dan gaan we in première in Mérida. Nadien toeren we vier dagen door de staat Mérida en sluiten we af in Caracas, waar we twee keer spelen in Teatro San Martín.
Om iedereen ter plekke te krijgen, zijn we nu enkel nog op zoek naar de Venezolaanse variant van de lijnbus om te kapen …


De goesting om erin te vliegen was nog nooit zo groot. Helaas ligt de selectiedag alweer een paar weken achter ons. Sinds 12 februari heeft het hele project ook te lijden onder de impasse en kunnen we niet repeteren.


We duimen dat we er snel weer stevig tegenaan kunnen gaan. Maar we duimen vooral voor dit land, dat we de komende maanden met veel liefde onze thuis noemen.

 

Foto's © Marianne Cap en Saar Fivez


EXTRA

Beluister het interview met Saar Fivez in De Ochtend op Radio 1 (07.03.2014).

*  Lees ook over de voorbereidingen van Marianne en Saar:

*  Venezuela 2014:

 

Vertel het verder: