Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Beter gevallen dan nooit gesprongen

Deze zomer verlieten de Vlaamse Saar Fivez en Marianne Cap (samen het theatergezelschap Moeder Eik) huis en haard om in Venezuela een nieuw project voor te bereiden. Vlak voor hun vertrek op 8 juli schreven ze deze column. deBuren is benieuwd hoe het ze vergaat en deelt hun bevindingen met de bezoekers van onze website. Hun motto? ‘Beter op zoek gaan, dan altijd gewacht. Beter gevallen dan nooit gesprongen.'
Door Saar Fivez en Marianne Cap op 16 jun 2014
Tekst
Politiek & samenleving

Deze zomer verlieten de Vlaamse Saar Fivez en Marianne Cap (samen het theatergezelschap Moeder Eik) huis en haard om in Venezuela een nieuw project voor te bereiden. Vlak voor hun vertrek op 8 juli schreven ze deze column. deBuren is benieuwd hoe het ze vergaat en deelt hun bevindingen met de bezoekers van onze website. Hun motto? ‘Beter op zoek gaan, dan altijd gewacht. Beter gevallen dan nooit gesprongen.'

Soms lijkt het of een nummer speciaal voor jou geschreven is. Stef Bos, sinds kort onze gezamenlijke held, zit er voor ons in zijn ‘Lied voor Petrus' pal op en bezingt hoe wij ons voelen. Niet zo lang geleden hebben we besloten om samen te springen en we kunnen alleen maar hopen dat we goed landen. Maar we lopen vooruit op de feiten. Want hoe komen twee meisjes in de fleur van hun leven nu op het gekke plan om in Zuid-Amerika theater te gaan maken met kansarme jongeren?

Anno 2006: we leren elkaar kennen tijdens een opleiding van ons geliefde Jeugdtheater Ondersteboven in Sint-Niklaas. Dat we goed overeenkomen wordt snel duidelijk bij de repetities, feestjes en lange avonden op café in Leuven of Gent. Niet veel later gaan we samen op reis, bestellen we standaard twee theatertickets en belanden in dezelfde stad. We hangen steeds sterker aan elkaar, lachen heel wat af en beseffen daarnaast dat we over heel veel dingen ook hetzelfde denken. In 2010 namen we ook samen deel aan deBuren univerCity.

Moeder Eik in actie tijdens de straattheateract Route Zestien. (foto © Geert Heirbaut)

In april 2012 richten we met twee het gezelschap Moeder Eik op, om ons eigen goesting te kunnen doen. Ons eerste wapenfeit is de graag geziene straattheateract ‘Route Zestien'. Hierin hebben twee madammen, Tietje en Roos, het plan om een snoepketting rond de wereld te leggen om zo in het Guinness Book of Records te komen. Een zot plan, maar ze gaan er voor de volle 100% voor. De voorstelling lijkt wel een precedent te zijn voor onze eigen droom. Die kreeg vorm begin oktober 2012. Tijdens een wandeltocht in Limburg begonnen we te filosoferen over ‘dé toekomst'. Over kiezen en verliezen, het werk, vrienden, liefde, maar vooral: reizen.

We willen eens weg. Ver weg. Lang weg. Maar ook weer niet zomaar weg. Niet backpackersachtig weg. We willen iets doen. Tussen die prachtige velden staan we plots stil, met twinkelende ogen, handen plechtig in elkaar gedrukt en wetend dat als onze woorden nog niet koud zullen zijn, ons hoofd en hart al warmlopen voor het dan nog onbekende: ‘We gaan ervoor!'

Wat ons project juist zal inhouden, weten we nog niet. Alleen dat het iets schoons moet worden. Iets van ons. Waar het ons zal brengen is wel meteen duidelijk: Zuid-Amerika. Of nog specifieker: het Spaanssprekende deel ervan, want we spreken allebei de taal. Oké, Zuid-Amerika is nog gigantisch groot, maar het is toch al de hele wereld niet meer!

Al snel zijn we het erover eens dat we een theatervoorstelling willen maken. Mét jongeren van daar. We gaan op zoek naar partnerorganisaties die met ons in zee willen gaan. Na een aantal maanden en ettelijke telefoons, mails en afspraken later, waarbij we zwerven van Peru via Argentinië naar Chili, zijn er we eruit: Venezuela it is! We zijn welkom op het Don Bosco-internaat, een instelling die zorgt voor kinderen met een moeilijke thuissituatie.

Zo'n project uit de grond stampen, daar komt veel bij kijken, beseffen we snel. Wat willen we juist vertellen? Hoe kunnen we aan subsidies geraken? Hoe regelen we alles praktisch? Wat doen met onze job, appartementen, ...? Met klamme handen zeggen we het op het werk en tegen onze vrienden. Die reageren overwegend positief. Velen stellen resoluut dat ze ons komen bezoeken want vinden een half jaar toch wel erg lang. Ze lachen om onze naïviteit (‘Tof jong, tussen die weesjes met al hun vlooien!'), maar zijn ook enthousiast (‘Zalig, zoiets zou ik ook wel willen doen.'). Tijdens etentjes worden onze families verwittigd. Hun reacties zijn fantastisch. Dat ze het altijd wel ergens geweten hebben. En ook: ‘We wilden eigenlijk naar Ethiopië gaan, maar goed, dan komen we naar Venezuela!' Misschien gaan we hen nog het meest van al missen ...

Ons theaterproject zal pas in januari 2014 van start gaan. Maar we krijgen de tip om al vroeger naar Venezuela te gaan, om het land te leren kennen, de cultuur, de mensen. Om praktisch af te spreken ook, want zoiets gaat nu eenmaal sneller als je geen weken op een antwoord per mail moet wachten. Onze prospectiereis in juli is een feit!

Natuurlijk vinden we het spannend, superspannend zelfs. Niet alleen het project, maar ook het land op zich. Venezuela lijkt geen voor de hand liggende keuze. Er heerst chaos -mede omdat Chávez net gestorven is - arm en rijk lijken al jaren in twee verschillende werelden te leven en voor- en tegenstanders van het regime komen met tegengestelde verhalen af. We praten met heel wat mensen; de één zegt dat het allemaal wel meevalt, dat we ons vooral niet mogen focussen op het gevaar omdat we het anders aantrekken. De ander heeft het over het gebrek aan WC-papier, bloem of suiker én dagelijkse schietpartijen.

We horen nog net op tijd over de witte en de zwarte markt om geld te wisselen en beseffen dat we het land echt nog niet goed kennen. Maar we zullen wel zien: just go with the latin flow.

Veel tijd om over dit alles na te denken, hebben we sowieso niet. Naast werk en andere projecten schiet er weinig tijd over om onze eerste prospectiereis voor te bereiden. En er moet nog zo veel geregeld worden: inentingen, een slaapplaats, afspreken met theatermakers, contact opnemen met de ambassadeur ...

Een week voor ons vertrek krijgen we via via pater Miguel aan de lijn. Hij stelt spontaan voor om ons te komen halen op de luchthaven én hij biedt ons onderdak in Caracas aan. Hoe we elkaar gaan herkennen? Hij antwoordt droog: ‘Ik ben een oude man van 75 jaar met telkens minder grijze haren'. We hebben hem nu al in ons hart gesloten. Zou hij van Belgisch bier houden? Nog een paar dagen en we vertrekken. We zijn er niet helemaal klaar voor, maar hebben er ongelooflijk veel goesting in. Misschien vallen we af en toe, maar we zijn we op zijn minst wel gesprongen.

UPDATE UIT VENEZUELA: 'Ondertussen al aangekomen in Caracas en zalig onderkomen bij de paters salvatorianen gekregen! Binnenkort meer nieuws!'


EXTRA

Beluister het interview met Saar Fivez in De Ochtend op Radio 1 (07.03.2014).

*  Lees ook over de voorbereidingen van Marianne en Saar:

*  Venezuela 2014:

 

Vertel het verder: