Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Trage Post: Arnout, Lander, Viktor: ha, kerels!

Op de feestelijke afsluiting van de brievenwedstrijd Trage Post in Passa Porta afgelopen zondag las Jan Hautekiet een bijzondere brief voor aan zijn drie kleinzonen Arnout, Lander en Viktor. Een paar weken geleden kreeg hij een enthousiaste mail van hen over hun eerste reis naar Londen. Hoe zal de wereld er over achttien jaar uitzien en wat wenst hij zijn kleinkinderen toe?
Door Jan Hautekiet op 24 apr 2013
Tekst
Literatuur & taal

Op de feestelijke afsluiting van de brievenwedstrijd Trage Post in Passa Porta afgelopen zondag las Jan Hautekiet een bijzondere brief voor aan zijn drie kleinzonen Arnout, Lander en Viktor. Een paar weken geleden kreeg hij een enthousiaste mail van hen over hun eerste reis naar Londen. Hoe zal de wereld er over 18 jaar uitzien en wat wenst hij zijn kleinkinderen toe?

 

Arnout, Lander, Viktor: ha, kerels!

Achttien jaar geleden schreven jullie me enthousiast over jullie eerste reis naar Londen. Mannen, wat ben ik nieuwsgierig naar hoe jullie het maken nu.
Arnout een operazanger met internationale renommee, die in interviews uitgebreid terugmijmert naar zijn debuut als knaap in De Toverfluit, nu achttien jaar geleden. Lander een gevierd pianist met een absoluut gehoor, die zich nog herinnert hoe hij lang voor de harmonieles al muziek aan het analyseren was. Viktor een topchef waar de grote restaurateurs van de wereld mekaar voor verdringen.
Alle drie een ander pad, maar met toch dezelfde droom: almaar beter worden in wat je graag doet, in waar je plezier aan beleeft, in wat je denkt goed te kunnen.
Dat vuur, die passie zag ik achttien jaar geleden tenminste al in jullie ogen vonken. De ervaring leert dat een karakter en een persoonlijkheid al in de eerste jaren gevormd wordt, dat opvoeding niet veel meer kan dan die persoonlijkheid zo goed mogelijk omkaderen en zoveel mogelijk kansen tot ontplooiing te geven.

Wat dat betreft zullen jullie absoluut niet te klagen hebben gehad. Jullie ouders, nu een prille zestiger en een vrouw iets jonger dan ik toen, zijn de best denkbare kapiteins geweest op de boot waarop jullie jeugd zich afgespeeld heeft. Kordaat maar begrijpend, enthousiast maar nuchter, plichtsbewust en lief. Altijd beschikbaar.
Er zijn voor mekaar en voor jullie: een cruciaal element in de jaren waarin je als kind ook niet helemaal goed weet hoe het nu precies zit met de wereld. Een goed anker, dat heeft elk gezin nodig.

Toen ik dit schreef, hadden we de mond vol over crisissen allerhande: het krediet was op, in alle betekenissen van het woord. Spaargeld was niet meer veilig, banken vielen om, de kerk kapseisde onder de schandalen, het klimaat was de kluts kwijt, de jeugdwerkloosheid haalde recordhoogten. Niets was nog zeker, en niemand wist echt wie daar nu verantwoordelijk voor was.
Waren wij het zelf, waren het onze ouders, onze grootouders? Was het ons naïeve geloof in hoe de wereld wel vanzelf in de plooi zou blijven? Was het de dwangidee dat de schuld buiten ons lag? De vingers gingen alle richtingen uit: het grootkapitaal, de overheid, we wisten niet waar eerst wijzen.

Hadden jullie me toen gevraagd een beeld te tekenen van hoe de wereld er in 2030 zou uitzien, ik zou het bij God niet geweten hebben.
Ik had toen, tegen de heersende trend in, nog wel de neiging te denken dat het allemaal niet zo'n vaart zou lopen, en dat we wel genoeg collectieve verantwoordelijkheidszin zouden hebben om de zaken weer op orde te krijgen.
Maar dàt geloof werd in die tijd wel op de proef gesteld.
O ja, en dan waren er nog de voorspellingen over de exponentiële groei van de wereldbevolking. Jullie zouden nu met zon 8,3 miljard mensen rondlopen op de planet, waar we toen met een goeie 7 miljard waren.
Als de middelen en de welvaart tegen nu niet grondig herverdeeld zijn, dan zou dat wel eens problemen opgeleverd kunnen hebben.

Of ook niet. Want de mens kan veel aan, en jullie ook. Jullie zijn geen doemdenkers, zo heb ik jullie nooit gekend. En het is misschien wel jammer dat jullie het pas achttien jaar nadien lezen, maar ik hoop dat jullie uit jullie jeugd één ding overgehouden hebben: plezier in het leven en geloof in de mensen in je omgeving. Want daarmee verzet je bergen.

Den ouwe

 

Vertel het verder: