Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Hoe kun je als man een feministische actie ondernemen? Het lijkt een moeilijke vraag maar het antwoord is volgens Kristien Hemmerechts simpeler dan we denken. Het enige wat nodig is: de wil om het te doen. Lees hier haar prikkelende voorschot op het debat van woensdag over de rol van mannen als voorvechters van het feminisme.
Nu het land weer vol hangt met borsten verpakt in een diep uitgesneden bh (‘Bedankt, PrimaDonna', zo staat erbij), is het misschien tijd om ons te buigen over de vraag: zijn borsten dan werkelijk de sterkste troef van een vrouw? Kan ze haar energie maar beter in haar decolleté stoppen, en voor de rest haar mond houden? En is de eenentwintigste eeuw in dat opzicht niet wezenlijk anders dan de jaren vijftig van vorige eeuw?
Op elf september 1958 noteerde de Amerikaanse Sylvia Plath in haar dagboek: ‘mag niet zeuren; geen kritiek, geen gezeur; alles waar hij niet van houdt is gezeur’. Sylvia Plath vond dat haar man, Engelsman Ted Hughes, zich wat vaker mocht wassen. En ook de rouwrandjes van zijn nagels ergerden haar. Waarom verzorgde hij zich niet beter? Hughes ergerde zich dan weer aan haar opmerkingen over zijn uiterlijk. En dus probeerde ze die in te slikken. Dat lukte met wisselend succes.
Ted Hughes en Sylvia Plath danken hun roem aan hun literaire werk, maar ook aan hun huwelijk, waarover door henzelf en door anderen veelvuldig is geschreven. Wat de relatie tussen de seksen betreft kan hun huwelijk gelden als een belangrijke case study. Eentje waaruit we vooral tips kunnen verzamelen voor hoe het niet moet.
Zie hier een tip voor de man die het feminisme wil omarmen of die vrouwen goed wil behandelen: zeg niet tegen een vrouw dat ze zeurt. Noem haar geen zaag. Af te raden vallen ook opmerkingen over maandstonden (‘Is ’t weer zo ver?’) of over de menopauze.
Wat dan wel gezegd? Begin met helemaal niets te zeggen. Luister naar wat de vrouw te zeggen heeft. Luister echt, ook wanneer je dingen hoort die je liever niet wil horen. Laat ze tot je doordringen. Ga er vervolgens over in gesprek. Probeer te achterhalen wat de vrouw echt bedoelt. En probeer vervolgens in de mate van het mogelijke er rekening mee te houden. Kortom: neem de vrouw ernstig. Behandel haar niet als een hysterica. En zie, het wonder zal geschieden: de vrouw zal niet zeuren. Ze heeft immers geen reden om te zeuren. Het leven kan eenvoudig zijn.
Mannen zijn vaak – niet altijd, en zeker niet álle mannen – meesters in het zich van den domme houden. Als dat niet lukt of pakt, stappen ze over op plan B: ze zeggen dat de vrouw zaagt. Er is iets mis met haar hormonen. Misschien is het tijd voor een sessie bij een therapeut. Want de vrouw beeldt het zich allemaal in. Ze ziet schimmen. Er is immers niets aan de hand.
Als de vrouw volhardt, treedt plan C in werking: de aanval met kwetsende opmerkingen en agressieve uithalen. De man wordt boos, verontwaardigd, ontstemd. Waar haalt de vrouw het lef vandaan kritiek op hem te hebben? Of hij is gekwetst. Want hij doet zó hard zijn best. Is het dan nooit genoeg? Of hij maakt de vrouw belachelijk. Ik herhaal: niet álle mannen doen dat. Maar het is een niet uitzonderlijke mannelijke strategie. Misschien is het een reflex. Een intuïtief verdedigingsmechanisme.
Sois belle et tais-toi. Helaas is dat nog al te vaak de boodschap.
De man die echt van vrouwen houdt ziet de vrouw niet als een object, maar als een subject. Dat klinkt vanzelfsprekender dan het is. Vrouwen worden heel vaak als object voorgesteld (niet altijd, en ook niet door iedereen, ik weet het, ik weet het): als een lichaam dat bij voorkeur mooi, verleidelijk, sexy, prikkelend is. Een lichaam waarnaar kan worden gehunkerd, dat kan worden bezeten, dat kan worden bewonderd, aanbeden, bemind. Het kan – helaas – ook worden verkracht, vernield, weggegooid. Voor jonge vrouwen ligt die rol klaar. Ze kunnen hem bij wijze van spreken aantrekken, ze kunnen hem spelen en ze kunnen er hun profijt mee doen. Als ze het handig aanpakken. Dat vergt enige sluwheid, maar het is zeker niet onmogelijk.
De man die echt van vrouwen houdt, ziet haar als subject: als een denkend, creatief, onafhankelijk, redenerend wezen. Een wezen met hersenen en een vrije wil, dat in staat is oordelen te vormen, meningen te formuleren, voorkeuren te ontwikkelen, beslissingen te nemen. Ze is ook een seksueel wezen: iemand met seksuele verlangens die verder reiken dan het bevredigen van mannelijke lust. Heel wat verder.
Vrouwen zijn nogal eens vervreemd van wat ze zelf willen, omdat ze zulke meesters – meesteressen – zijn in het zich aanpassen aan anderen. Dat vergt soms – vaak – minder energie dan je zin doordrukken. Je vermijdt ook het risico een bitch te worden genoemd. Of een zaag. Een wijf.
Vrouwen zijn bijzonder goed in het leggen van eieren onder mannen; in het bewonderen van mannen; in het voeden en strelen en masseren van het mannelijke ego: o, wat ben jij slim/knap/sexy/sterk!
Het is de kortste weg naar het mannenhart.
Tip voor de vrouw die een feministische actie wil ondernemen: leg eens eieren onder een vrouw. Bewonder haar.
Het is de kortste weg naar het vrouwenhart.
Tip voor de man die een feministische actie wil ondernemen: leg eens eieren onder een vrouw. Bewonder haar. Niet voor haar uiterlijk, niet voor haar borsten, haar kont, haar haar, haar ogen, haar neus, haar benen, haar taille, haar geslachtsorganen, haar oren. En ook niet voor haar vermogen om voor anderen te zorgen, haar moederschap, haar grootmoederschap, haar mantelzorgschap, haar buurvrouwschap. En zeker niet voor haar opofferingszin, haar bereidheid om in stilte te werken/lijden, om zich weg te cijferen. (‘Nee, nee, ik heb niets nodig. Nee, nee, alles is oké met mij.’) Bewonder haar voor wie zij is. Voor wat ze denkt, onderneemt, beslist. Voor de manier waarop ze zegt: IK. Bewonder haar voor haar visie, haar mening, haar overtuigingen. Neem die ernstig. Behandel haar als een gelijke. Een gelijkwaardige gesprekspartner. Werkpartner. Leefpartner. Sekspartner.
Meer hoeft dat echt niet te zijn.
Kristien Hemmerechts neemt op 27 februari (19:30) deel aan een panelgesprek over mannen en feminisme in Atlas in Antwerpen. Dit panelgesprek maakt deel uit van de lezingen- en debattenreeks Who’s afraid of the F-word?, een organisatie van het VOK en deBuren. Inkom: Gratis. Meer info en reserveren via www.deburen.eu.
Afbeelding: Kristien Hemmerechts © Eveline Renaud