Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
deBuren stuurt in de zomer van 2013 jonge schrijvers naar de wereldstad Parijs. Lees hier meer over deze unieke residentie in het Huis Biermans-Lapôtre. Deze week presenteren we een opmerkelijk tweeluik over jonge kunstenaars in Parijs, geschreven op basis van de residenties in 2012. Roos Menkhorst sprak met freelancers en rijkeluiskinderen, Susanne Bartels dook in de postkraakscene.
Parijs is gekend om haar vele kunstcollecties, prachtige musea en de aantrekkingskracht die zij uitoefent op de grote en kleine kunstliefhebber. Kunstenaars komen van heinde en ver om zich te laten inspireren door de grootstad. Maar hoe overleef je als hedendaagse, beginnend kunstenaar in een stad waar een kop koffie zes euro kost en een kleine kruipstudio 700 euro? Het fenomeen squart, een samentrekking van squat (kraakpand) en art (kunst), lijkt de oplossing te zijn voor de Parijse kunstenaars en wordt door de overheid steeds vaker getolereerd en zelfs gesteund.
De Rue de Rivoli is een van de grootste en bekendste winkelstraten in Parijs. Menig toerist en Parijzenaar komt hier inkopen doen of slentert over deze straat langs de muren van het Louvre. In de nabijheid van de Mona Lisa en de Venus van Milo zijn echter nog andere kunstwerken te vinden. Op nummer 59, een groot prachtig pand waarvan de façade is versierd met affiches, slingers en sculpturen, is ‘Collectif chez Robert électron libre, 59 Rivoli’ te vinden, een postkraakpand.
Op elke verdieping werken kunstenaars aan hun projecten. Het pand is bijna heel de week geopend voor publiek, waardoor je getuige kan zijn van het creatieproces van de kunstenaar.
De ateliers in ‘59 Rivoli’ worden vandaag de dag gezien als één van de populairste hedendaagse kunstcentra in Parijs. De jaarlijkse 40.000 bezoekers komen de ateliers bezichtigen, wonen een vernissage in de galerie bij of bezoeken een van de vele concerten.
Het pand wordt al sinds 1999, toen het na vijftien jaar leegstand gekraakt werd, door kunstenaars bewoond. De kunstenaars zochten hun heil in het kraken omdat er weinig tot geen betaalbare werkruimte is voor kunstenaars. Vlak na de kraak begon de Franse overheid een uitzettingsprocedure die dankzij de advocaat van de krakers tot zes maanden werd uitgesteld. Door toedoen van de media duurde het nog een aantal jaar voordat de overheid ook daadwerkelijk met de uitzettingsprocedure van start ging.
Bertrand Delanoë, burgemeester van Parijs, beloofde voor zijn aanstelling dat, als hij burgemeester zou worden, hij de kunstenaars van de straat zou redden. Zo gezegd, zo gedaan. Delanoë en het nieuwe collectief ‘59 Rivoli’ tekenden een wettelijke bezettingsovereenkomst. De kunstenaars werden door de stad tijdelijk naar een andere plek verhuisd en het pand werd volledig, op kosten van de gemeente, gerenoveerd. Sinds september 2009 is het pand geopend voor publiek.
In het gebouw zijn dertig studio’s in het gebouw die aan lage prijzen worden verhuurd. Twintig van de dertig studio’s zijn voor blijvende kunstenaars, de overige tien zijn geschikt voor residenties van drie tot zes maanden. Er is echter wel een wachtlijst voor deze tien ateliers. 'Het is niet makkelijk om binnen te komen, je moet je werk presenteren voor een commissie, dus niet iedereen kan hier komen werken,' zegt Paolo Bonfiglio, een Italiaanse kunstenaar. 'Ik ben hier voor een residentie van drie maanden en ik moet zeggen dat ik heel blij ben dat ik ben geselecteerd. Parijs is extreem duur, maar het is prachtig om deze kans te krijgen. Ik betaal hier 130 euro per maand, voor een atelier in hartje Parijs!'
Hoewel er weinig regels aan de kunstenaars worden voorgelegd, dienen ze toch het publiek. De ateliers blijven toegankelijk en er worden vaak evenementen georganiseerd voor jong en oud. Bezoekers kunnen de kunstenaars ontmoeten en de kunst gratis bezichtigen. Op deze manier probeert men het elitaire beeld van de hedendaagse kunst te doorbreken. Kunst wordt in de publieke sfeer geplaatst en er is een alternatief voor de grote musea, galerijen en kunstliteratuur. Het geheel is zeer democratisch en de toegang is gratis.
Sinds ‘59 Rivoli’ zijn er meerdere kunstkraakpanden omgezet naar postkraakpanden. Het gebrek aan werkplaats voor kunstenaars is een belangrijke reden voor de gemeente. De regering stelde in 2000 zelfs een nieuwe functie in voor de omgang met kraakpanden. Een speciaal samengestelde commissie bekijkt de krakercollectieven en besluit tot eventuele legale bezettingsovereenkomsten.
De kunstenaars die in kraakpanden wonen en werken, creëren op deze manier hun eigen ‘achterdeur’ tot de kunstwereld. De alternatieve ruimtes breken op deze manier met de machtspositie van de museumwereld en de institutionalisering van de kunst.
Een van de squarts met een breed cultureel aanbod is la GareXP. La GareXPérimentale dankt haar naam aan de voormalige locatie van de gemeenschap, een verlaten treinstation. Door uitzetting kwamen de bewoners na een aantal omzwervingen in het huidige pand terecht, een voormalige laboratorium voor het testen van de waterkwaliteit. Meestal lukt het hen om minimaal een half jaar tot een jaar ergens te blijven voor ze uitgezet worden.
'Wettelijk gezien moet de gemeente een procedure voor uitzetting starten als je kan aantonen dat je al een week in het pand woont,' legt Daniel uit. Daniel is beeldend kunstenaar en woont al drie jaar bij het collectief. 'Het eerste wat je dus doet is iedereen optrommelen om het pand "geleefd" te maken. Graffiti, kunst, een degelijke keuken, ingerichte kamers, enzovoorts, dan zien ze dat je er echt woont. Zo’n uitzettingsprocedure duurt minstens zes maanden, dus dan zit je even droog.'
In La GareXP werken zo’n 45 kunstenaars waarvan de helft ook daadwerkelijk in het gebouw woont. La GareXP ziet zichzelf als een lieu culturel autogéré. Ze zijn zelfvoorzienend en organiseren ‘culturele mogelijkheden’. De bewoners hebben hun eigen radiozender (radioXP), een grote ruimte voor concerten, een expositieruimte, een bar en een kleine bioscoopzaal ingericht. Voor de concerten wordt entree gevraagd, waar de onkosten mee gedekt worden.
Naast de ruimten gericht op publieke activiteiten beschikt la GareXP ook over een opnamestudio, een donkere kamer voor foto-ontwikkeling, repeteerruimten voor dansers, muzikanten en performancekunstenaars, een atelier voor (strip)tekenaars, een monteerruimte, een graffitiruimte, een expositieruimte en er is zelfs een eigen moestuin.
Alles wordt door de bewoners uitgebaat en onderhouden vandaar dat er ook een selectieproces plaatsvindt. 'Je moet nuttig zijn,' zegt Daniel, 'als je hier komt wonen moet je iets kunnen bijdragen aan onze gemeenschap. Het maakt niet uit wat; als je goed bent met bijvoorbeeld elektriciteit dan draag je bij.' GareXP brengt, naar eigen zeggen, technische en artistieke vaardigheden samen. Grafische vormgevers, metselaars, loodgieters, schilders, tuiniers, beeldhouwers en muzikanten: allen leven en werken samen onder één dak. Deze samenwerking en uitwisseling uit zich in de evenementen die ze organiseren.
Toch is het collectief niet langer een krakercollectief. Ze maken inmiddels gebruik van een legale bezettingsovereenkomst. Het leegstaande, grote pand wordt met toestemming en steun van de gemeente aan de kunstenaars verhuurd. De bekendheid van het collectief en de activiteiten die voor de massa georganiseerd worden spelen hierbij ongetwijfeld een rol. Daniel: 'En ze zien ook wel dat we nette mensen zijn. We onderhouden het gebouw, zitten niet aan de drugs. De mensen hier hebben gewoon een baan en verantwoordelijkheden, dat speelt zeker mee voor de mairie. Uiteindelijk hebben we daar ook de legale bezettingsovereenkomst aan te danken.'
Niettemin zijn vele panden nog steeds met uitzetting bedreigd, vandaar dat er ook een goede onderlinge band is tussen de verschillende kraakpanden. 'We moeten samenwerken, wij krakers en alternatievelingen in de kunstwereld,' valt Jocelyne Quélo, coördinator van het Maison Populaire, met de deur in huis, 'anders gaan we allemaal ten onder. Zolang we het belang van deze lieux alternatives kunnen aantonen en hier samen voor kunnen strijden, kunnen we voortbestaan. Maar het is moeilijk, er zijn nog maar weinig kraakpanden die écht kraak zijn, die niet door de overheid worden geholpen en subsidies zijn niet voor iedereen weggelegd.' De oprichting van Intersquat, een platform voor het samenbrengen van de (post)kraakpanden in Parijs, draagt hier aan bij.
Politiek gezien lijken de squarts het goed te doen. Vele panden worden door de overheid gesteund, gelegaliseerd en gesubsidieerd. De meeste kunstkraakpanden in Parijs zijn nu postkraak. Opvallend is dat men de echte kraakpanden in de buitenwijken vindt: in centrum Parijs zijn de meesten inmiddels postkraakpand geworden.
De panden worden hotspots voor kunst en cultuur met concerten en exposities waar velen op afkomen. Zo bewijst deze immense populariteit (de 40.000 bezoekers van Rivoli 59 is hier een goed voorbeeld van) het groeiende succes van het alternatief. Het is de achterdeur van de Parijse kunstwereld tegenover het Louvre en de ondoordringbare elitaire kunstwereld. Kraakpanden worden publieke ruimtes en steeds vaker legaal met steun van de overheid.
Foto Susanne Bartels © Marianne Hommersom
Meer weten over het residentieproject van deBuren? Klik hier.
Benieuwd wat de medereizigers van Susanne schreven in Parijs? Klik hier.
Dit artikel ontstond op basis van een residentieproject van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in samenwerking met de Stichting Biermans-Lapôtre.