Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Blinkend papier

'Verwacht je passie, agitatie en melodrama? Temper je verwachtingen dan meteen. Iets waarachtigs, rustig en degelijk, ontvouwt zich hier voor je. Onromantisch als een maandagochtend.' Zo begint de roman 'Shirley', van de altijd als stormachtig gedoodverfde Charlotte Brönte (1816-1855). Hoe anders trappelen onze hedendaagse boeken en films met het water aan de lippen  ̶  om toch maar tegemoet te komen aan de bombast van hun advertenties. Zelfs de grootste pulp moet worden verkocht op blinkend papier.
Door Vitalski op 19 dec 2012
Tekst
Literatuur & taal

'Verwacht je passie, agitatie en melodrama? Temper je verwachtingen dan meteen. Iets waarachtigs, rustig en degelijk, ontvouwt zich hier voor je. Onromantisch als een maandagochtend.' Zo begint de roman 'Shirley', van de altijd als stormachtig gedoodverfde Charlotte Brönte (1816-1855). Hoe anders trappelen onze hedendaagse boeken en films met het water aan de lippen  ̶  om toch maar tegemoet te komen aan de bombast van hun advertenties. Zelfs de grootste pulp moet worden verkocht op blinkend papier.

De bloederige blockbuster Batman Rises staat met zijn investering in het werkwoord ‘to rise’ (‘opkomen’) in het Hollywood van vandaag niet alleen. De nieuwste van Frank Miller heet 300: Rise Of An Empire. Noteren we dit jaar ook Rise Of The Planet Of The Apes, Rise Of The Machines, Rise Of The Lychans, Hannibal Rising en Rise Of The Silver Surfer. In vroeger tijden ging het nog over opkomst én ondergang, als een garantie voor Grieks geschoeid drama. Vandaag moeten al die superhelden alleen nog maar op tijd komen, en de kassa kan rinkelen. Gepresenteerd worden  ̶  maar verder niets. Zoals in het Belgische parlement, waar binnen een koortsachtige zoektocht naar een zogenaamd  ‘relanceplan’, iedereen elkaar aanhoudend beschuldigt van ‘aankondigingspolitiek’.

Ja, lanceren is alles wat de klok slaat. Wat ons niet rechtstreeks en ogenblikkelijk in het gezicht wordt geslingerd bestaat niet. Vandaar ook de opkomst van blinkend papier op de tijdschriftenmarkt. Wat tot voor kort nog glossy heette is vandaag de standaard. Het viel te begrijpen dat een rioolblad als TV-Familie, gemaakt voor lezers die ook porseleinen hondjes op hun schouw hebben staan, vijf jaar geleden zo vlug mogelijk naar niet slechts blinkende, maar ronduit weerspiegelende covers greep. De verkoopcijfers stegen aanstonds met een derde. Maar ook stijlvol bedoelde bladen als Staalkaart, Intelligent Life of Poëziekrant worden sinds kort gedrukt op glimmend papier: bij een nachtlampje niet leesbaar, stinkend naar chemicaliën. Ach, warme korrel van gelig pulppapier, waer bestu bleven?

De obsessie om zich verpletterend aan te bieden is essentieel in de popcultuur, die zich nu al zes decennia lang aan het opblazen is. Nóg groter, nóg spectaculairder. Maar, waar staat bijvoorbeeld de Hulk vandaag, in het tijdperk van photoshop, botox en plastische chirurgie, zijn computergeanimeerde nepgrandeur vergeleken met de knullig groen geverfde Hulk, zoals die in de jaren zeventig werd vertolkt door de bodybuilder Lou Ferringo? De oude Hulk is geloofwaardiger, want zichtbaar onderhevig aan zwaartekracht. Ook in de jaren zeventig waren de sneeuwvlokjes in de sciencefictionserie Doctor Who (BBC) een handjevol door een stagiaire in het decor gegooide bolletjes piepschuim. Maar hoeveel kouder oogden die, vergeleken bij de computermatige ijsvlakten van The Thing uit 2011?

De televisie, massamedium bij uitstek, lanceert zijn gebroede kinderen minder met overtuiging dan wel met een cynisch trial-and-error-principe. Het voorbije najaar probeerde het voor kwaliteit zogezegd garant staande productiehuis Woestijnvis zijn succesvolle serie Komen Eten te koppelen aan een gloednieuwe presentator. Je zou denken dat zo'n producent op zo'n ogenblik in zijn uitzet gelooft, of toch voldoende om er een beetje voor te vechten. Maar neen, de kijkcijfers vielen tegen  ̶  dus reeds bij de derde aflevering werd de presentator geruisloos weer ontslagen. Hoeveel dichter kunnen we nog komen bij volksverlakkerij? Wie moeten wij loslaten, Jezus of Barnabas? Het grauw hoeft het maar uit te schreeuwen.

Was het echt onvermijdelijk dat deze neurotische lanceringsdrang zich inmiddels ook voordoet in het meer aristocratische cultuurveld? Waarom bestaan er in de letterkunde zoveel ophefmakende debuutprijzen? Waarom bestaat er niet zoiets als een ‘Prijs Voor Het Mooiste Derde Boek’? Hoe had Brigitte Raskin haar tweemaal bekroonde debuut in 1988 ooit nog kunnen overtreffen? Wat is er gebeurd met Jan Posman, die in 2001 de Gouden Manuscriptprijs won? Leeft Jan Van Loy nog, na zijn debuutprijs in 2005?

Het popicoon Andy Warhol werd door zijn vriend Lou Reed omschreven als een poppetje dat je mocht opwinden, maar dat dan eenmaal opgewonden uiteindelijk totaal niks deed. In de dramaturgie wordt zoiets een ‘valse spanning’ genoemd. Veel aankondiging, weinig invulling. In superheldenfilms schijnt er maar één manier voorhanden om aan hysterisch opgeklopte verwachtingen toch nog tegemoet te komen: namelijk door het ensceneren van fenomenaal geweld. Batman Rises is in essentie een remake van Silence Of The Lambs. Op een ogenblik spreekt de grote slechterik, uiterlijk zelfs letterlijk gelijkend op Hannibal Lecter, de volgende woorden uit, gericht tot zijn assistent: ‘Fouilleer die man daar, en daarna zal ik jou neerschieten.’ Een taal die teruggrijpt naar de memoires van Jack Rosengarten aan Buchenwald. Diverse kampbeulen bezigden daar het geijkte gezegde: ‘Draait u zich even om, zodat ik u kan neerschieten.’ Maar de critici lopen erin; de film is gigantisch brutaal. Dus moet hij ernstig worden genomen. Temeer daar op de première, o wonder, iemand in het publiek dan ook werkelijk aan het moorden sloeg.

Vertel het verder: