Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Joop Daalmeijer over Manifesta 9

De Nederlandse Raad voor Cultuur bracht zopas een bezoek aan Manifesta 9 in Genk-België. Lees hier de blog van voorzitter Joop Daalmeijer over de reizende manifestatie. De Raad voor Cultuur is het wettelijke adviesorgaan van de Nederlandse regering en het parlement op het terrein van kunst, cultuur en media.
Door Joop Daalmeijer op 21 aug 2012
Tekst
Cultuurbeleid

De Nederlandse Raad voor Cultuur bracht zopas een bezoek aan Manifesta 9 in Genk-België. Lees hieronder het blogbericht van voorzitter Joop Daalmeijer over de reizende manifestatie. De Raad voor Cultuur is het wettelijke adviesorgaan van de Nederlandse regering en het parlement op het terrein van kunst, cultuur en media.

Manifesta is een nomadische biënnale voor hedendaagse kunst. Een maal per twee jaar vestigt Manifesta zich in een ander land, andere stad of streek. De eerste biënnale vindt plaats in Rotterdam in 1996 en daarna worden o.a. Luxemburg, Ljubljana en San Sebastian aangedaan. Een reizende manifestatie dus.

Dit jaar zit Manifesta in Genk in Belgisch Limburg, een stad bekend om de mijnbouw. De Leuvense geoloog André Dumont vindt begin 1900 kolenlagen onder de stad en er worden mijnsites aangelegd in Zwartberg, Winterslag en Waterschei. Rond de mijnen ontstaan tuinsteden naar Brits voorbeeld met woningen voor ingenieurs en mijnwerkers. Het ene huis uiteraard mooier dan het andere, maar de tuinsteden zijn nog steeds interessant om eens te bezoeken en de verschillen te bekijken door onze ogen van 2012. Er komen vanaf 1920 eerst Oost-Europeanen naar Genk om in de mijnen te werken. Later volgen Italianen, Grieken, Spanjaarden, Portugezen, Turken en Marokkanen. De mijnbouw geeft aan duizenden mensen werk. Niet alleen mannen, maar ook vrouwen en kinderen werken in de mijnen onder zware omstandigheden. De mijnbouw wordt vanaf 1960 langzaamaan stilgelegd. Dat gaat gepaard met grote onrust in de streek rond Genk. Tijdens een demonstratie treedt de Rijkswacht hard op. Er vallen doden onder de demonstranten. Op 7 oktober 1966 gaat de laatste mijn – Zwartberg – uiteindelijk dicht. Er is dan inmiddels vervangende werkgelegenheid bij Ford Genk, waar nu nog bijna 6.000 mensen werken. Door de komst van veel buitenlandse werknemers is Genk een echte multiculturele stad. Dat zie je ook in religieuze gebouwen: vier Turkse moskeeën, een Marokkaanse moskee, een Oekraïens-Orthodoxe kerk, een Oekraïens-Katholieke kerk en een Grieks-Orthodoxe kerk. En je ziet het aan de cafés, snackbars en restaurants.

Van de oude mijnbouwcomplexen is helaas alleen een aantal gebouwen van Waterschei bewaard gebleven en in het hoofdgebouw van die mijn is nu Manifesta 9 gevestigd. De expositie/manifestatie is, zoals de organisatoren zeggen, een dialoog tussen verschillende lagen van de kunst, het erfgoed en de geschiedenis. Conceptuele kunst in industrieel erfgoed. Over meerdere verdiepingen wordt de link gelegd tussen mijnbouw en hedendaagse kunst. Alles is ruim opgezet in bouwlagen, met ruwe betonnen wanden en onafgewerkte pilaren. Van buiten ziet het hoofdgebouw er uit als een imposant kantoorgebouw, maar van binnen staat de bezoeker onmiddellijk op een ander been.

De exposities van erfgoed (een veelvormig mijnbouwmuseum en de vier gebouwen van Waterschei) en de hedendaagse kunst (foto’s, videopresentaties, installaties e.d.) zijn het beste te vatten in foto’s die bij dit blog gevoegd zijn.

De financiering van Manifesta wordt grotendeels gedragen door de ontvangende gemeente, land of streek. Dat is ook in Genk het geval. De directeur van Manifesta, Hedwig Fijen, maakt afspraken met partners over bezoekersaantallen. Afrekenbare doelen zijn het. Kunst kan soms soft zijn en weinig tastbaar, maar dat geldt niet voor de zakelijke afspraken achter Manifesta. Cultureel ondernemen wordt hier scherp doorgevoerd.
Manifesta 9 heeft als titel “The Deep of the Modern”. Goed gekozen en passend bij wat van toen en nu te zien is. Er zijn permanent gidsen aanwezig die bezoekers in kleine groepen over de verdiepingen leiden. Uit ons bezoek blijkt ook dat onze gids (hoog opgeleid aan de Vrije Universiteit Brussel) niet alleen veel kennis heeft over de getoonde hedendaagse kunst, maar ook alle details kent van de mijnbouw in Genk. En gezien haar leeftijd heeft ze daarvan zelf nooit iets meegemaakt. Chapeau voor deze professionaliteit.

Onze aandacht wordt getrokken door de Mexicaan Carlos Amorales met zijn coal drawing machine. Zijn “prints” hangen in lange rijen, vlakbij zijn machine. Marcel Broodthaers is aanwezig met drie stapels kolen. Compleet met de Belgische vlag. Van Marcel Duchamp hangen de jute kolenzakken dicht boven ons hoofd, alsof de geschiedenis niet zo ver weg is. Manuel Durán uit Spanje werkte in de mijn en exposeert hoofden van mijnwerkers, gemaakt uit aardappel en kool. Een expositie van geborduurde slopen, indertijd gebruikt als antimacassar, geeft door het taalgebruik een beeld van de grote diversiteit van de mijnwerkers. Een van de beroemdste inwoners van Genk is Rocco Granata. Zijn vader werkte in de mijn, nadat hij uit Italië geëmigreerd was naar België. Bij ouderen is Rocco bekend als de zanger van Marina Marina. Geen enkele platenmaatschappij was indertijd geïnteresseerd in het nummer, dus nam Rocco het zelf op en samen met zijn vrienden plaatste hij de 45-toeren platen in jukeboxen in cafés. Daarna bleek het toch een wereldhit te worden. Manifesta heeft een mooie plaats ingeruimd voor Rocco Granata, inclusief een foto gemaakt door Charlie de Keersmaecker. Van de fotograaf Igor Grubic hangen foto’s van mijnwerkers onder de titels Angels with dirty faces. Michaël Matthys is aanwezig met o.a. tekeningen met runderbloed. Imposant is het werk van Haifeng Ni. Een enorme quilt, gemaakt met afvalproducten uit China. Het was voor de organisatoren van Manifesta een groot probleem om textielafval in België te importeren. Volgens de douane gaat Belgisch afval namelijk naar China, maar niet omgekeerd. Eerder was het werk van Ni te zien in de Lakenhal in Leiden. Een bonte verzameling van bidmatten legt de relatie met de Turkse gemeenschap in Genk. In het oude kantoor van de directeur staat een mierenkolonie in plexiglas van Kuai Shen. Mini videocamera’s volgen alle bewegingen op de voet. Ana Torfs exposeert gekleurde ganzenveren, waarbij gebruik gemaakt wordt van synthetische kleuren, gemaakt van koolteer. Zwart is de ultieme kleur, waaraan alle kleuren bijdragen. Maarten Vanden Eynde heeft plastic afval uit vijf wereldzeeën verzameld en daarvan een kleurrijk Plastic Reef gemaakt.

Manifesta9 is een kleine rit vanuit Nederland meer dan waard. Dat kan nog tot 30 september 2012. En vergeet dan vooral Genk (met die tuinsteden) niet.

Kijk ook op: www.manifesta9.org

 

Dit artikel werd gepubliceerd op www.cultuur.nl.

Vertel het verder: