Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

You can't lose your own identity, Jimmie (of hoe een artiest geboren wordt)

deBuren en het M HKA nodigen jonge schrijvers uit om een column te schrijven over de overzichtstentoonstelling 'Jimmie Durham: een kwestie van leven en dood en zingen'. Deadline: 31 juli. Prijs: een reis naar dOCUMENTA (Kassel). Tineke Van Onckelen zond ons een fictiebijdrage die leest als een kunstzinnige detective.
Door Tineke Van Onckelen op 6 aug 2012
Tekst
Literatuur & taal

deBuren en het M HKA nodigen jonge schrijvers uit om een column te schrijven over de overzichtstentoonstelling 'Jimmie Durham: een kwestie van leven en dood en zingen'. Deadline: 31 juli. Prijs: een reis naar dOCUMENTA (Kassel). Tineke Van Onckelen zond ons een fictiebijdrage die leest als een kunstzinnige detective.

Het was een gewone dag. Ik reed met mijn auto over de weg. De verbaasde blikken van de mensen rondom mij in mij opnemend. Ik wist dat ik met een ontzettend coole auto reed maar zoveel succes had ik hiermee nog nooit gehad! Ik nam de auto wel vaker om nergens naartoe te rijden, gewoon een paar blokjes om. Het was de ideale manier om de benen te strekken waarbij ikzelf niets hoefde te doen, buiten gas geven en mijn arm naar buiten hangen. Hoe verdomd cool was ik!

Toen ik terug bij ons huis aankwam, ik woonde samen met de mooiste maar ook moeilijkste vrouw die ik mij kon voorstellen, merkte ik dat de garagedeur openstond. Dit was mijn eerste kans in jaren om mijn auto daar te zetten in plaats van die oude Audi waarmee mijn hemeltergende vrouw reed.

Ik reed de oprit op en probeerde de auto in de garage te rijden, tot ik het hoorde: het gebang. Ik kan het niet beter beschrijven. Mijn auto geraakte er niet in, hoewel het een zeer lage auto was. Ik stapte uit en zag dat er een vermoeide meteoriet op lag, bijna zo groot als hem maar dubbel zo dik. Mijn dak was volledig ingebeukt. Ik had hier niets van gemerkt want mijn arm kon nog steeds door het raam en verder had ik er niet bij stil gestaan. Ik wist niet hoe die meteoriet er gekomen was en ik zou niet weten wie hiervoor verantwoordelijk gesteld moest worden. Het weer en God zijn zo ongrijpbaar en mijn vrouw was hiervoor niet sterk genoeg.

Over mijn vrouw gesproken, op dat moment zag ik haar aankomen, ze zag er weer ongelukkig uit maar zo was ze ook wel op haar mooist. Had ik al gezegd dat ze bloedmooi was? Mooier dan het bloed dat ze vanonder mijn nagels haalde. Wanneer ze de auto zag barstte ze weer uit in haar hysterie, waarvan ze beweerde dat die erfelijk was maar waarbij ik toch wel mijn twijfels had.

Haar moeder was de zachtheid zelve en heeft mij nooit vergiftigd op een zondagse familiemaaltijd, hoewel haar dochter, mijn vrouw, beweerde dat ze dat op een dag wél zou doen, vandaar dat ik het eten eerst aan de hond gaf. De paddenstoelen plette ik en lijmde ze op linnen doeken aan de muur en noemde het dan kunst. Paddenstoelen zijn gevaarlijk om te eten en mijn schoonmoeder vond die kunstwerken prachtig.

Terwijl ik mijn vrouw probeerde te kalmeren en de buren ondertussen een geruststellende glimlach gaf, hoorde ik hoe de steen mijn auto helemaal in elkaar deed zijgen. Mijn ontsteltenis was groot. Ik gaf mijn vrouw een klap in haar gezicht, ze hield op met het hysterisch janken en keek me verschrikt aan met haar goudeerlijke ogen. Toen sloeg ze mij, harder dan ik haar ooit had geslagen. Dat werd weer een zwart oog!

In mijn leven heb ik nog nooit een blauw oog gehad, om één of andere reden slaat het bij mij altijd direct zwart uit. Alsof mijn bloed al hard is vanbinnen en het niet stroomt zoals bij ieder ander mens. Ze heeft me één keer zo hard toegetakeld dat niet alleen mijn oog maar ook mijn gezicht zwart zag vanaf mijn neus tot aan mijn kin. Toen heb ik de politie gebeld. Ze hebben er een foto en een klacht van genomen. De klacht heb ik ingetrokken, die foto heb ik bewaard.

Mijn vrouw achter tralies, ik mocht er niet aan denken, daar zou ze zo depressief worden dat haar schoonheid oogverblindend onrechtvaardig zou zijn én ik die het dan niet zie? Vergeet het maar!

Al worstelend nam ik haar mee naar binnen. De woonwijk wist weer waarover te praten. Terwijl ik de voordeur met mijn voet dichtsloeg wurmde ze zich uit mijn armen en zeeg, net als mijn auto, neer. Ik tilde haar op en legde haar op de zetel. 'Stil nu maar.' fluisterde ik en tilde haar rok naar boven. Ze had weer geen slip aan. Haar favoriete spelletje. Ik gespte mijn riem los en bond haar handen vast. Dat had ik beter niet gedaan ... Ze opende haar ogen vol waanzin en kroop met haar kont op mijn gezicht. Ze riep: 'Ik praat over mijn existentiële eenzaamheid terwijl ik op je hoofd schijt.' Met alle Indianen maar niet met deze, dacht ik woedend!

Ik duwde haar van mij af, veegde mijn gezicht af aan de zetel, ik nam de kano (had ik al vermeld dat we aan een meer woonden?) en vaarde naar de overkant. Daar leefde ik jaren van herten die ik doodschoot en dan weer reconstrueerde in hout als tijdverdrijf.

Vandaag ben ik wereldberoemd en zal zij dood zijn want ze heeft steeds gezegd dat ze zelfmoord zou plegen moest ik haar ooit verlaten. Jammer genoeg denk ik ook dat dit waar is. Ik kan enkel zeggen dat ik dankbaar ben voor onze tijd samen en dat het dankzij haar is dat ik vandaag de man ben die ik ben. Dank u.

Lees meer van Tineke Van Onckelen op haar website.

 

Foto: Jimmie Durham, Self-Portrait Pretending a Stone Statue of Myself, 1995-2006, Collection IFEMA, Madrid, photo Maria Thereza Alves

Vertel het verder: