Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
In het voorjaar van 2012 lanceerde Bâtard een OPEN CALL die zich richtte tot beginnende kunstenaars uit alle mogelijke disciplines. Honderdvijftien inzendingen met ongeveer honderdnegentig projecten en driehonderd conversaties met geïnteresseerde kunstenaars waren het resultaat. (Op batard.be kunt u alle inzendingen nalezen.) Bâtard* selecteerde een tiental makers.
Alexander Nieuwenhuis
Nina de Vroome
Michiel Vandevelde
Karl Philips
Fleur Ordoukhani
Heleen Van Haegenborgh & Laurens Teerlinck
Pamina de Coulon
Anja Tillberg, Emilia Tillberg, Sylvain Daï, Beata Szparagowska & Vanja Maria Godée
Ahmed Khaled
Deze selectie kunstenaars zal onderzoeken in welke mate een festival relevant kan zijn in het traject van een jonge maker, daarbij ligt de focus op engagement, zelforganisatie, duurzaamheid en het ontwikkelen van werk in een lokale context.**
Tijdens de werkweek begin juli gaat Bâtard samen met de geselecteerde makers aan de slag om het festival from scratch te ontwikkelen. Gedurende de zomermaanden krijgen de kunstenaars tijd en ruimte om hun projecten naar Brussel te transponeren en daar verder te ontwikkelen. Van 25 tot 27 oktober 2012 wordt het werk gepresenteerd in en rond de Beursschouwburg in Brussel. Mark thé dates!
De website wordt binnenkort vernieuwd. Het archief aan reacties op de OPEN CALL kan u blijvend raadplegen, daarbovenop kan u de ontwikkelingen van Bâtard n.a.v. de werkweek verder volgen: batard.be.
* De selectie van Bâtard 2012 was de grote verantwoordelijkheid van Dries Douibi. Dries stond tijdens de vorige Bâtard-editie zelf als jonge maker op het festival en formuleerde in retrospect een aantal ideeën. Met die ideeën werd de OPEN CALL opgebouwd en de zoektocht naar nieuwe kunstenaars geopend.
**“Een terugkeer naar het lokale vraagt om een andere benadering van ruimte en tijd, ze houdt een reflectie in over inbedding, participatie en geleefde ervaring. Efficiëntiedenken en een overdaad aan informatie en evenementen hebben ons ongevoelig gemaakt voor de plaats, dat is voor plekken opgeladen met narrativiteit en relaties, voor een wereld bevolkt door mensen en dingen. Hoewel kunstenaars soms in situ werk creëren, zijn onze omgang met het theater als een black box, generische productiefaciliteiten, ons reisgedrag en al die internationale samenkomsten waarop ‘netwerken om te netwerken’ een doel op zich is geworden, vandaag prototypische voorbeelden van niet‐plaatsen.” (Jeroen Peeters)
deBuren steunt Bâtard 2012.