Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Mauro Pawlowski over 'Luuu-bliiin!'

Mauro Pawlowski (dEUS) verbleef voor citybooks in de Poolse stad Lublin. Hij schreef een verhaal over eenzame achterooms die verzot zijn op Westerse kleurenstylo's, over onvoorstelbaar dronken nachten met Obi-Wan Kenobi en de zouten haring die je daartegen maar nauwelijks beschermt. En over muziek, natuurlijk. Lees een voorproefje, luister hier naar zijn interview op FM Brussel of kom vanavond nog naar De Markten te Brussel!
Door deBuren op 6 jun 2012
Tekst
Literatuur & taal
citybooks

Mauro Pawlowski (dEUS) verbleef voor citybooks in de Poolse stad Lublin. Hij schreef een verhaal over eenzame achterooms die verzot zijn op Westerse kleurenstylo's, over onvoorstelbaar dronken nachten met Obi-Wan Kenobi en de zouten haring die je daartegen maar nauwelijks beschermt. En over muziek, natuurlijk. Lees hieronder een voorproefje, luister hier naar zijn interview op FM Brussel of kom vanavond nog naar De Markten te Brussel!

‘Luuu-bliiin!’

Ik doe een interview met de lokale krant. Gosia is tolk van dienst. Voor mij zit een forse, joviaal uitziende man van rond de vijftig, schat ik. Een gepassioneerde Lublin-kenner wordt mij verteld. Mijn hoofd schommelt waarderend en zoekt onderwijl de aandacht van een dienster. Het is vandaag druk in de Akwarela. De ogenschijnlijk goedgemutste journalist kijkt me gemotiveerd aan, leunt comfortabel achterover in zijn stoel. We zijn startklaar wat hem betreft. Hij begint zijn vraag, richt zich daarbij om praktische reden tot Gosia. Al gauw valt het woord ‘Lublin’. En nog eens. Hij geraakt snel op dreef. Dirigeert zichzelf met een pen in de hand, snuift bijwijlen eens diep in, zoekend naar een juiste formulering. Gosia volgt hem met gepaste ernst. Af en toe wisselt ze een snelle blik met me, knikkend. ‘Tak’ zegt ze op gepaste tijd, wat ‘ja’ betekent. De vraag houdt nog steeds aan, begint stilaan een episch traject af te leggen. ‘Tak’, ‘tak’, ‘Lublin’, ‘tak’, ‘Lublin’, ‘tak’.
    Ik sla hen gade zoals een argwanende pygmee dat zou doen bij een discussie tussen twee Finse antropologen. De vraag komt ten einde.
    ‘Dus,’ begint Gosia. Voorbereidend kuchje. De journalist gooit er snel nog een paar zinnen achteraan, op zachter volume, alsof zijn stembanden eerst nog wat moeten uitbollen om volledig tot stilstaan te komen. ‘Hij vroeg hoe jij de stad Lublin zou promoten. De mensen overtuigen hiernaartoe te komen, hier en niet ergens anders. Wat denk jij dat de troeven, de charmes zijn van deze plek?’
    Ik kijk even ernstiger voor me uit dan geloofwaardig is.
    ‘Goh,’ zeg ik, ‘Mooie stad, hoor. Veel cultuur. Universiteiten.’ Ik denk na. ‘Theaters!’ Stilte. ‘Hey, ik heb het hier alvast heel erg naar mijn zin.’ Dit volstaat natuurlijk niet. Ik moet beter kunnen. ‘Luister,’ vervolg ik, ‘ik ben niet de juiste man om wat dan ook te promoten. Dat lukt me zelfs niet bij mijn eigen zaakjes. Maak er maar van wat je zelf wilt, denk ik doorgaans.’
    Als ik op mijn beurt door Gosia wordt vertaald, zie ik het gezicht van de journalist alsmaar bedenkelijker samentrekken. Nerveus wiebelt zijn pen tussen twee vingers. Vanuit zijn ooghoeken werpt hij me spiedende blikjes toe. Allemaal goed en wel wat onze gast over zichzelf weet te melden, maar hoe zit dat hier met Lublin? Om het de brave man verder niet al te moeilijk te maken – en eerlijk gezegd vooral om er zelf vanaf te zijn – zet ik het verder maar op een bejubelen van jewelste.
    ‘“Lublin” zeg je?! If you can make it there you’ll make it anywhere!’ Een groot swingorkest begint te spelen. Het plafond en de muren van koffiebar Akwarela zijn verdwenen. Onze tafel bevindt zich nu in openlucht, op een ronddraaiend glitterpodium. We zijn omringd door een mannenkoor. ‘Luuu-bliiin!’ De diensters voeren een synchrone dans uit. De andere klanten maken salto’s, spuwen vuur, vormen een menselijke piramide. ‘Luuu-bliiin!’ Hoeden vliegen in de lucht. Kanonschoten weerklinken. Confetti overal. Een eskadron straaljagers scheert laag over ons heen. ‘Luuu-bliiin!’ Een drumsolo bereikt zijn climax. Zo moet het!
    De journalist en ik geven mekaar een high-five. Zie je wel dat je het kan! Mijn zoveelste waarheidsgetrouwe profiel in een krant. Zal ik het ooit leren?

Lees het volledige verhaal op www.city-books.eu

Vertel het verder: